4 tips om zichtbaarder te zijn op de fiets
Wat is verplicht?
-
wit of geel licht vooraan
-
rood licht achteraan (moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn vanop minimum 100 meter)
-
witte reflector vooraan
-
rode reflector achteraan
-
oranje pedaalreflectoren
-
twee oranje reflectoren tussen de spaken van elk wiel, of een witte reflecterende strook op de banden
-
Niet verplicht, maar een fluovestje is altijd een goed idee!
Wanneer moet je verlichting aan?
Zet je verlichting aan bij het vallen van de avond tot het aanbreken van de dag. Wanneer overdag de zichtbaarheid minder dan 200 meter is, zet je ze het best ook aan.
Welke soort verlichting kies je het best?
Die keuze mag je helemaal zelf maken! Elke soort verlichting heeft zo z'n voor- en nadelen. Een (naaf)dynamo zit vast op je fiets en kan je dus nooit vergeten. Vaste verlichting op batterijen is vaak krachtiger dan losse verlichting. Sommige losse verlichting kan je opladen via een USB-kabel, wat dan weer beter voor het milieu is. De mogelijkheden zijn eindeloos!
Knipperen of niet?
Volgens de Belgische wegcode mag je kiezen of je je verlichting gewoon laat branden, of laat knipperen. Maar uit studies blijkt dat een knipperende voorlamp beter opvalt, maar een knipperend achterlichtje niet. Knipperende fietslichten maken het voor andere weggebruikers veel moeilijker om de snelheid en de koers van de fietser in te schatten. Zeker wanneer je in groep fietst! Met continu brandende fietsverlichting ben je als fietser dus beter waarneembaar én beter in te schatten. En dus ook veiliger!