Fakkels van olieraffinaderijen: vervuilend, maar noodzakelijk
do 14 feb. - 9:55
Ontvlambaar & explosief
Afgelopen weekend was er paniek in het Oost-Vlaamse Kallo. Daar was een steekvlam van een olieraffinaderij van kilometers ver te zien. Vorige maand was dat het geval in de haven van Antwerpen. In tijden van klimaatbetogingen roept dat de vraag op of dat wel milieuvriendelijk is. "Milieuvriendelijk of niet, ze zijn wel noodzakelijk", volgens docent en onderzoeker Kristof Verhulst. “Je moet weten dat olieraffinaderijen grote hoeveelheden brandstof produceren. Die zijn ontvlambaar en explosief. Bij een onderbreking of een storing is zo’n steekvlam de manier om die stoffen op een veilige manier uit het bedrijf te krijgen.”
Belgische olieraffinaderijen verwerken tot 35 miljoen ton aardolie per jaar. Eén procent daarvan komt in de fakkel terecht. Dat heeft invloed op ons milieu. “Die uitstoot is vergelijkbaar met het jaarverbruik van 350 000 Belgische gezinnen die met aardgas verwarmen,” aldus Verhulst.
Afhankelijk van fossiele brandstoffen
Soms gaat zo’n steekvlam ook gepaard met roetvorming. “Dit is enkel het geval bij een storing. Normaal is dat regime kleiner. Zo’n roetwolk is niet gezond, maar de fakkels zijn zo ontworpen dat de roetdeeltjes op voldoende hoogte worden afgevoerd en ze zo een lage impact hebben op het milieu.”
Ondanks de impact kunnen de olieraffinaderijen niet zonder hun fakkels. “We kunnen dat niet veranderen zolang de mens afhankelijk blijft van fossiele brandstoffen. Zodra de vraag afneemt, gaat ook de uitstoot naar beneden. Echt proper kan een olieraffinaderij nooit zijn. Ze zal altijd gepaard gaan met een vorm van vervuiling.”