Psychiater Livia De Picker: “Door deze maatregelen kunnen ook erg jonge kinderen depressieve klachten hebben”
vr 22 mei - 2:49
“Als artsen hebben wij daar een duidelijke mening over. Op basis van de korte en lange termijn risico’s en noden van deze groep vinden we het absoluut prioritair dat kinderen zo snel mogelijk terug naar school kunnen.”
Schadelijke gevolgen
“Eén van de belangrijkste redenen is dat we door wetenschappelijke evidentie weten dat op lange termijn schadelijke gevolgen van de maatregelen op deze groep jonge kinderen bijzonder groot is. De effecten zouden niet meer te recuperen zijn door op latere leeftijd iets ‘extra’ te doen.”
“We spreken dan over de psychische, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We mogen niet vergeten dat een school veel meer is dan een plek om leerstof op te nemen. Natuurlijk is er ook een schoolachterstand, daar hebben al veel instanties over gerapporteerd. Daarnaast is de school ook de plek waar kinderen veilig kunnen opgroeien en sociale contacten met elkaar leren aangaan. Ze kunnen er leren gezond te zijn en een dagstructuur aan te houden.”
In Azië bij de SARS-uitbraak hebben kinderen ook lang in isolatie gezeten. 30% daarvan heeft last van een posttraumatische stressstoornis.
Ook kleuters zijn neerslachtig
“Ook hele jonge kinderen en kleuters kunnen neerslachtig en lusteloos zijn. Dat zijn tekenen van depressie. Onze collega’s kinder- en jeugdpsychiaters hebben hier in een open brief over gewaarschuwd. We verwachten dat door deze maatregelen, het gebrek aan sociaal contact en het niet naar school kunnen gaan, dat kinderen duidelijk meer psychische klachten kunnen ontwikkelen. Dat zijn angstklachten, maar ook depressieve klachten.”
“Ook bij vorige epidemieën hebben we dat gezien. In Azië bij de SARS-uitbraak hebben kinderen ook lang in isolatie gezeten. 30% daarvan heeft last van een posttraumatische stressstoornis. We vergeten dat jonge kinderen niet begrijpen wat er gebeurt. Zij zijn niet in staat de risico’s juist in te schatten. Zij horen telkens van een volwassenen dat dingen niet mogen, dat het gevaarlijk is, dat ze geen speelgoed mogen delen met anderen… Zij geloven dan dat heel de wereld zeer gevaarlijk is voor hen.”
“Of ze hier later nog last van hebben, hangt af van de keuzes die wij maken de komende weken. Jonge kinderen zijn nog flexibel en kunnen zich aanpassen aan nieuwe situaties. Ook het brein past zich snel aan. Als wij nu de juiste keuzes maken en prioriteit geven aan deze doelgroep in de exit strategie dan komt het wellicht nog goed. Maar, dat is dus onze overduidelijke oproep aan de beleidsmakers.”
