de inspecteur
Treinblog #36 Een dikke buik in mijn gezicht
dagboek van een pendelaar
wo 7 aug. - 7:30
Ik pendel met een handtas en een rugzak. Ik hou die altijd bij mij. Handtas op mijn schoot (handig extra tafeltje!), rugzak tussen mijn voeten. Waarom ik geen gebruik maak van het bagagerek? Hierom:
Overlevingspakket
Mijn rugzak zit vol spullen die ik gedurende mijn bijna twee uur durende treinrit graag bij de hand heb. Ik heb leesvoer bij. Ik heb drank bij, ontbijt, tussendoortjes, oplaadkabeltjes, een laptop, een hoofdtelefoon, … Kortom, alles wat ik tijdens mijn treinreis nodig zou kunnen hebben.
Ik wil niet allerlei manoeuvres moeten uitvoeren telkens ik iets uit mijn rugzak wil halen. Ik wil mijn medereizigers niet storen wanneer ik klaar ben met mijn krant en mijn boek wil lezen. Of wanneer ik zin heb in die appel. Of mijn hoofdtelefoon wil opzetten.
Alles op voorhand uit mijn rugzak halen? Geen doen! Dan ligt het tafeltje vol en kan niemand er nog gebruik van maken!
Neen, alles bij de hand hebben , dat is handig. En sociaal. Ik heb het aan den lijve ondervonden.
Zoek dekking!
De trein stopt in Gent. Pendelaars stappen af, anderen stappen op. Vrouwen met rugzakken, mannen met laptoptassen, mannen met veel te zware boekentassen. De man die naast me komt zitten, gooit zijn zware boekentas op het bagagerek. Even dekking zoeken. Oef!
De man heeft de inhoud van zijn tas niet nodig tijdens zijn treinrit. Hij stelt zich tevreden met zijn krant die hij in zijn hand houdt en zal waarschijnlijk wel een dutje doen. Hij ziet er afgepeigerd uit.
Zweetoksels en dikke buiken
Fijn zo. Spullen aan de kant. Rust op de bank. Tot….
De treinbegeleider langskomt. Oh ja, zie ik de man denken: waar heb ik mijn abonnement nu ook al weer gelaten? In mijn broekzak? Hij leunt tegen me aan terwijl hij al zijn broekzakken controleert. Nope.
In mijn portefeuille? Nope. In mijn jas misschien! Nope. Aja! In mijn boekentas! Even kijken…
De man staat recht. Hij buigt voorover, naar het bagagerek toe. Zijn buik hangt net voor mijn gezicht. Zijn zweetoksels bevinden zich boven mijn neus. Ik kan nog net onderduiken voor hij even naar rechts zwenkt en zijn dikke pens in mijn gezicht zwiept. Hij zoekt en zoekt. Valt bijna op mijn schoot.
Hij moet uiteindelijk zijn laptoptas van het bagagerek afhalen. Hij stampt net niet op de tenen van de mevrouw voor hem. We kijken allemaal angstig naar zijn verwoede pogingen in zijn zoektocht. Niemand wil voeten op zijn tenen, buiken in zijn gezicht of tassen op zijn hoofd.
Uiteindelijk vindt hij zijn abonnement. Oef! Gezwind zwiept hij zij laptoptas weer op het bagagerek. Ze vliegt rakelings langs mijn oor.
Daarom dus
Daarom dus. Daarom hou ik mijn spullen bij. Ik zet alleen spullen op het bagagerek die ik tijdens mijn treinrit niet nodig heb.
Rugzak dicht bij mij. Tussen mijn voeten. Geen pendelaar die er last van heeft. En niemand heeft last van mijn dikke pens.