Veilig een luchtje scheppen: dit zijn de verkeersregels voor wandelaars

Alleen of in groep zonder leider

Belangrijk: Het verkeersreglement geeft geen definitie van een groep of een leider voor groepen voetgangers. Kleine groepen voetgangers volgen bij voorkeur de regels voor individuele voetgangers.

Gebruik eerst en vooral de begaanbare trottoirs, de delen van de openbare weg die voor jou zijn voorbehouden door verkeersborden of de begaanbare verhoogde bermen. Bij gebrek daaraan gebruik je de begaanbare gelijkgrondse bermen.

Zijn die er niet, dan mag je de andere delen van de openbare weg gebruiken (parkeerzones, fietspaden,...). Als je op het fietspad loopt, moet je voorrang verlenen aan fietsers en bromfietsers. Als je op de rijbaan loopt, moet je zo dicht mogelijk bij de linkerrand (in jouw staprichting) ervan blijven, zodat je het verkeer ziet aankomen.

Autosnelwegen en autowegen zijn altijd verboden terrein voor voetgangers!

Tips

• Draag heldere kleding, zo word je beter opgemerkt
• Draag tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag of bij slechte zichtbaarheid reflecterende kledij en reflectoren om beter op te vallen
• Ook (knipper)lichtjes zijn een manier om je meer zichtbaar te maken voor de andere weggebruikers

In groep met een leider

Het verkeersreglement geeft geen bepaling van het begrip 'leider'. Diegene die de leiding van de groep op zich neemt en er verantwoordelijkheid voor draagt, moet als leider beschouwd worden. De leider moet weten wat de rechten en plichten van een groep zijn, en moet over de nodige veiligheidsuitrusting te beschikken (bijvoorbeeld verlichting en het bordje om aanwijzingen te geven).

Processies en stoeten mogen altijd op de rijbaan lopen, verplicht rechts in de staprichting. Groepen voetgangers vergezeld van een leider hebben ook deze mogelijkheid. Groepen voetgangers van ten minste 5 personen plus een gids mogen links op de rijbaan stappen, op voorwaarde dat ze achter elkaar blijven.

Tips

We raden aan om bij voorkeur en in volgorde toch de trottoirs, de delen van de openbare weg voorbehouden door verkeersborden, de bermen, de fietspaden of de parkeerzones te gebruiken. Loop je toch op de rijbaan, gebruik dan niet meer dan de helft van de breedte van de rijbaan en voorzie bijkomende begeleiders.

Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, of overdag bij slechte zichtbaarheid en wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van 200 meter, moet de groep die de rijbaan volgt op de volgende manier verlicht zijn:

• Als de groep rechts loopt: een wit of geel licht links vooraan, en een rood licht links achteraan
• Als de groep links loopt: een rood licht rechts vooraan, en een wit of geel licht rechts achteraan
• Naargelang de lengte van de rij, moeten op de flanken één of meer gele of witte lichten gedragen worden die in alle richtingen zichtbaar zijn