de inspecteur
De politie over vriendschapsfraude: "Aangifte doen is belangrijk maar het zijn moeilijke dossiers"
wo 21 okt. - 5:48
Bij vriendschapsfraude doet een oplichter zich op bijvoorbeeld Facebook voor als iemand die hulp nodig heeft. Hij bouwt in geen tijd een innige vriendschap op met het slachtoffer met als enige doel geld af te troggelen. Als je er het slachtoffer van wordt, dan moet je de fraude aangeven bij de lokale politie.
De aangifte is uitermate belangrijk. Zonder officiële aangifte kan er geen onderzoek worden geopend. Commissaris Alain Luypaert is hoofd van de cel internetrecherche bij de federale politie. Hij vertelt bij De Inspecteur hoe het onderzoek verder verloopt.
Dossiers worden niet altijd verder onderzocht
"De lokale politie moet luisteren naar het slachtoffer en stelt een PV op. De agenten zullen ook een aantal bijkomende vragen stellen om zo veel mogelijk informatie te verzamelen over het misdrijf. Als de aangifte gebeurd is, wordt het dossier doorgestuurd naar het parket. Het is de parketmagistraat die beslist of het dossier sterk genoeg is zodat er een onderzoek geopend kan worden of dat de zaak geseponeerd wordt," zegt commissaris Alain Luypaert.
Volgens Luypaert nemen de parketten elk dossier ernstig maar er is vaak een gebrek aan bewijs om verder onderzoek te rechtvaardigen. "Als het slachtoffer uit schaamte alle gesprekken heeft gewist, dan is het moeilijk om nog te bewijzen dat je bent opgelicht."
Samenwerking met buitenland verloopt soms stroef
Als het onderzoek geopend wordt, dan belandt het dossier misschien wel op het bureau van commissaris Luypaert. "Sommige zaken komen inderdaad bij de cel internetrecherche terecht en dan zoeken wij op internet naar de dader. Maar het kan ook zijn dat het parket van oordeel is dat het dossier naar de Federal Computer Crime Unit moet gestuurd worden, omdat de laptop en smartphone van het slachtoffer tot in het detail moeten worden onderzocht. Vaak worden dossiers ook doorgegeven aan buitenlandse collega's omdat er een buitenlandse dader in het spel is."
Gevallen van vriendschapsfraude zijn volgens Luypaert altijd moeilijk om op te lossen. "Het zijn lastige dossiers. Vaak gaat het over daders die actief zijn in Afrikaanse landen of Oostbloklanden. Dan moeten we een beroep doen op onze collega's in die landen en die samenwerking verloopt niet altijd vlot."
Politie kan niks doen voor familie van slachtoffers
Slachtoffers van vriendschapsfraude zijn er zich soms niet van bewust dat ze opgelicht worden. Ze leven in de waan dat de persoon met wie zij in contact zijn echt in nood verkeerd en hulp nodig heeft.
In veel gevallen is het de familie die aangifte wil doen van de fraude. Maar dat kan niet. Dat vertelt ook commissaris Luypaert. "Het is wettelijk niet mogelijk om een aangifte te doen in de plaats van het slachtoffer."
Volgens Luypaert is er wel een mogelijkheid via de vrederechter. "Je kan bij de vrederechter een procedure opstarten om bewindvoerder te worden van het slachtoffer. Als die procedure lukt, en je wordt officieel bewindvoerder van een slachtoffer, dan kan je ook in zijn of haar naam aangifte doen van de fraude."
Zo'n procedure vraagt natuurlijk tijd. Maar volgens de commissaris gebeurt het soms wel dat families op die manier alsnog een aangifte doen.