Elektrische fietsen

De lente hangt in de lucht en bij velen begint het weer te kriebelen om te gaan fietsen. Veel mensen overwegen om een elektrische fiets te kopen, om zonder al te veel inspanning toch te kunnen meefietsen.
Luisteraar Guido uit Ekeren heeft al zo’n fiets. Hij speelt graag gastheer voor Angèle en Ron, die een aankoop overwegen. Samen testen ze 5 verschillende elektrische fietsen.

Enkele opvallende conclusies :

• Een elektrische fiets is in de eerste plaats een fiets. Je moet dus altijd zelf trappen om ondersteuning van de motor te krijgen. De snelheid is beperkt tot 25km/u.
  
• Er bestaan elektrische fietsen met de motor in het voorwiel, in het achterwiel of aan de trapas. Als de motor in het voorwiel zit, kan de fiets iets makkelijker slippen op een glad wegdek of bijvoorbeeld in los zand. Als de aandrijving aan de trapas zit, is het makkelijker om zelf een wiel te vervangen.
  
• Stel de batterij niet bloot aan te koude of te warme temperaturen. Zorg er voor dat je ook in de herfst en de winter je batterij regelmatig oplaadt (ook al ga je niet zo vaak fietsen als in de zomer).
  
• De capaciteit van de batterij wordt uitgedrukt in wattuur. Dat bereken je door het voltage te vermenigvuldigen met het aantal ampère-uur. Je fietshandelaar kan je die gegevens bezorgen.
  
• Hoeveel kilometer je dan kan afleggen met je fiets, hangt van een aantal factoren af: je eigen gewicht, hoeveel ondersteuning je van de motor vraagt en ook van je rijstijl. Vergelijk het met een auto: wie sportief rijdt, verbruikt ook meer brandstof. Om een idee te geven: met 100 wattuur kan je rond de 30 kilometer rijden.
  
• Hou er ook rekening mee dat je batterij verslijt en dat je na enkele jaren de maximum capaciteit er niet meer uithaalt.