de inspecteur
Helpdesk: inventaris erfenis wordt geweigerd
wo 19 dec. - 7:45
De Radio 2-helpdesk krijgt veel vragen over erfenissen. Zoals deze van een man wiens vader voor zijn dood een testament had gemaakt waarin hij zijn bezittingen verdeelde. Maar alle geld en waardepapieren en andere bezittingen zouden bij de vriendin van de vader zijn. En die beweert dat ze niets heeft. Dus kan het testament niet uitgevoerd worden. De man wil weten wat hij daaraan kan doen.
En een anonieme man uit Kortrijk wilde weten binnen welke termijn een inventaris van een erfenis moet gemaakt worden. Want, ondanks aangetekende brieven van de notaris heeft de tweede echtgenote van zijn overleden vader na 3,5 jaar nog altijd geen inventaris willen maken. Nu zou de vrederechter er moeten aan te pas komen.
Er is inderdaad geen vaste termijn om een inventaris van een nalatenschap in te dienen. En een inventaris is wel de enige manier om te weten te komen wat de erfenis precies inhoudt, zegt notaris Marc Sobrie.
Die inventaris wordt opgemaakt in de woonplaats van de overledene, en overal waar men met reden kan aannemen dat er zich actief van de nalatenschap bevindt.
De notaris stuurt de erfgenamen per aangetekende brief minstens acht dagen op voorhand een aanmaning om een inventaris op te maken.
Leggen de erfgenamen dat naast zich neer, dan volgt een verzoekschrift waarbij de notaris gerechtelijk wordt aangesteld om de inventaris op te maken. Hij laat zich dan bijstaan door de politie en eventueel een slotenmaker.
Als er dan wordt volgehouden dat er geen bezittingen zijn, dan moet op het eind van die inventaris onder eed verklaard worden dat men ‘geen kennis heeft van enig goed dat aan de overledene toebehoort en dat er niets is verduisterd.’
Een valse eed afleggen mag niet, daar staat een gevangenisstraf op!
Als geweigerd wordt de eed af te leggen, dan kan het vredegerecht een dwangsom opleggen voor elke dag dat men na een nieuwe aanmaning weigert de eed af te leggen.
Blijft ondanks alles het vermoeden dat er dingen worden achtergehouden, dan kan men strafklacht indienen met burgerlijke partijstelling. Daarop heeft een gerechtelijk onderzoek plaats als de onderzoeksrechter er ernstige redenen heeft om aan de verklaringen te twijfelen.