de inspecteur
Treinblog #30 Onwennige dagelijkse pendelaar
dagboek van een pendelaar
di 30 apr. - 4:55
Haal een pendelaar van zijn vast traject en hij wordt onzeker. Ik ga vanavond niet van Brussel naar Wervik, maar ik ga naar Mechelen. Ik blijf logeren bij een collega. Zij neemt ook elke dag de trein. Maar een andere trein. Ik ga met haar mee.
Vrijheid
Het begint al op het werk. Als ik de trein naar Wervik moet hebben, ben ik nogal op mijn uur gesteld. Ofwel moet ik om 16u30 vertrekken om de rechtstreekse trein te halen, ofwel moet ik om 17u vertrekken, om de trein via Kortrijk te hebben. Haal ik die niet, dan moet ik een uur wachten en ben ik pas om 20u30 thuis. Ik wil dus zeker op tijd vertekken.
Ik vraag aan Jana wanneer we moeten vertrekken. ‘Hoh, rond 17u?’ Huh?! ‘Rond’ 17u? Vertrekt haar trein dan ook ergens ‘rond’ 17u30? Ze ziet mijn verbaasde blik. ‘Geen stress, er zijn 4 treinen per uur naar Mechelen. Halen we de ene niet, dan wachten we op de andere. Relax.’
Wat een luxe! Wat een vrijheid! Je kan gewoon vertrekken wanneer je werk erop zit. Het komt niet op een minuut. Waw. Zalig.
De andere trein
We komen aan bij het Meiser-station. Ik voel me wat onwennig. Ik weet zelfs niet naar welk spoor we moeten wandelen. Ik probeer toch gewoon door te stappen, zonder enige aarzeling in mijn tred. Ik weet niet welke trein er komt, vanuit welke richting, wanneer,… En dat voor een doorwinterde pendelaar!
Er passeert een trein. Jana blijft zitten. Het zal dus deze niet zijn. Ik blijf ook maar zitten. We moeten de volgende hebben. Het is zo’n ‘metrotrein’. Dat ben ik niet gewend. We stappen op. Jah. Waar zit Jana normaal? Verkiest ze een bank bij de deur, in het midden? Zit ze liefst in of tegen de rijrichting? Ik word overvallen door vragen en onzekerheid!
Zie ze staan
Hoe is het mogelijk. Een pendelaar met zoveel treinuren op de teller. Met een pendelblog. En massa’s ervaring. Ze zit onzeker op de trein naar Mechelen. Ik ben bang dat ik deuren vergeet dicht te doen omdat dat niet automatisch gaat, dat ik op een plekje zit waar een vaste pendelaar zit, dat ik niet weet hoe de deuren opengaan.
Vaste pendelaars op deze trein zien mij als een vreemde. Misschien wel als iemand die ook eens de trein neemt. Misschien wel voor het eerst. Arme ik.
Ik hou Jana in de gaten. Want, uiteraard, ik weet niet waar we moeten afstappen. Of wanneer. Ik volg elke beweging van haar. Moeten we er al, of niet? Zitten we goed? Ze bekijkt me niet raar. Ze doet normaal. Ze vraagt zelfs enthousiast: ‘kom ik nu in de pendelblog?!’. Misschien breng ik het er toch beter vanaf dan ik denk.
Maar toch. Haal me van mijn lijn, en ik flip. Die pendelaars toch.