"Waarom kan ik de opbrengst van mijn zonnepanelen niet verkopen?"

"In theorie kan je een mini-Electrabel worden"

Ja, je mag in theorie de stroom verkopen die opgewekt wordt door jouw zonnepanelen. Je wordt dan in feite zélf een stroomleverancier. Het voordeel is dat je dan geld zou mogen vragen voor de geproduceerde stroom maar dat weegt niet op tegen de hoge kosten die je als leverancier zou hebben. 

Eerst en vooral moet je een btw-nummer aanvragen. Dat kost al wat geld. Daarnaast moet je ook de juiste vergunning hebben om stroom te mogen leveren. Zo'n vergunning wordt uitgereikt door de VREG na een heel grondig onderzoek. Het kost een paar duizend euro om dat in orde te maken. Je moet ook een extra meter laten installeren, die ook een paar honderden euro's kost, zodat de VREG kan meten hoeveel stroom je precies opwekt en ophet net zet.

Als je weet dat je de stroom kan verkopen voor 4 eurocent per Kilowattuur, dan zal je héél veel stroom moeten opwekken vooraleer je winst maakt. "Het is in de praktijk onmogelijk om zelf leverancier te worden. Je scheurt er gegarandeerd je broek aan", aldus Luc Pauwels. 

Stroomoverschotten belanden gratis op het net 

Aangezien je de opbrengst van je zonnepanelen niet kan verkopen, belanden de stroomoverschotten gratis op het net. De leveranciers gebruiken die overschotten om tekorten en verliezen op te vangen. Volgens de VREG, de Vlaamse Energieregulator, wordt het voordeel van de extra gratis stroom doorgerekend aan de klant. De korting wordt verrekend op de factuur van ons allemaal. 

Maar volgens de sectorfederatie van de zonne-energie is het niet duidelijk of dat volledige bedrag ook effectief verrekend wordt. Zij zijn van mening dat er te weinig transparantie is. 

Als eigenaar van zonnepanelen geniet je dankzij de terugdraaiende teller wel enig voordeel van je eigen opgewekte stroom. Je teller draait terug als je stroom op het net zet. Als je zelf geen stroom opwekt en je hebt toch energie nodig, dan haal je die van het net en draait de teller weer vooruit. Op die manier kan je op het einde van het jaar op 0 uitkomen. Je betaalt dan niet voor de energie omdat je in feite evenveel stroom hebt opgewekt als je dat je er verbruikt hebt maar je betaalt wel het prosumententarief. Dat is de heffing die aangerekend wordt voor het gebruik van het net. 

Wat als er een digitale meter komt? 

De Vlaamse meerderheidspartijen zijn het ondertussen eens geworden over de invoering van de digitale energiemeter. Dat dossier zat een hele tijd in het slop. De regering wilde de digitale meter invoeren maar tegelijkertijd wilde ze ook garanderen aan mensen met zonnepanelen dat ze de financiële voordelen van de oude meter zouden behouden. 

En daar is nu een oplossing voor gevonden. Om het rendement voor eigenaars van zonnepanelen te garanderen, zou iedereen 15 jaar lang het systeem van de terugdraaiende teller kunnen behouden.

Digitale meter meet nauwkeuriger

Stel dat je met een digitale meter werkt, kan je dan je stroom verkopen? Volgens Luc Pauwels is het met die meter eenvoudiger om het te doen. "Je hebt geen extra dure meter meer nodig. Die digitale meter meet niet alleen hoeveel stroom je op het net zet, dat ding berekent ook hoeveel die waard is." 

Dat is in theorie een groot voordeel maar de nauwkeurigheid zal voor jou als eigenaar niet altijd voordeliger uitkomen. "Je zal stroom willen verkopen als je een overschot hebt. Maar dat zal op momenten zijn dat iedereen een overschot heeft. En dan voel je het probleem al aankomen. Omdat er op dat moment een groot aanbod is, zal je die goedkoop moeten verkopen. En 's avonds als de vraag groot is en het aanbod klein, haal je stroom binnen die duurder is."

Het principe van vraag en aanbod zorgt er dus voor dat de digitale meter vooral interessant is als je zoveel mogelijk stroom die je zelf opwekt ook effectief verbruikt. Hoe doe je dat? Door zoveel mogelijk energie overdag te verbruiken, als de zon schijnt. Dat betekent dat je moet streven naar een huishouden met slimme toestellen. Een wasmachine, droogkast, vaatwasser, ... die aanspringt als de zon schijnt. "Maar", zegt Luc, "die toestellen zijn duur en dus moet je daar weer in investeren."