Maarten Vangramberen over lopen: "Ik doe het 350 dagen per jaar!"

Nieuw jaar, nieuwe gewoontes! Staat 'meer gaan lopen' op jouw lijstje? Dan zorgt sportjournalist Maarten Vangramberen voor de nodige tips en tricks. Hij schreef er, samen met Josefien De Bock, een boek over. 'Go Run' helpt je om ten volle te genieten van al je looptoertjes.

“Ik loop elke dag. Mijn sporthorloge houdt bij hoeveel ik gelopen heb. Vorig jaar waren dat 350 van de 365 dagen. Tenzij ik tijd heb om te gaan fietsen. Maar daar moet je dan weer véél tijd voor kunnen uittrekken. En tijd is een schaars goed, voor iedereen. Ik loop liefst alleen, om eerlijk te zijn. Dan kan je zelf kiezen hoe lang, snel en waar je naartoe loopt. Je moet dan ook niet met iemand anders zijn agenda rekening houden. Maar soms gaan we ook met het hele gezin lopen. Mijn vrouw loopt dan ook en de kinderen volgen op de fiets.”

Maarten is altijd al een sportieve jongen geweest. "Met mijn papa en zus heb ik altijd stratenlopen gedaan. Ik heb lichamelijke opvoeding gestudeerd. Dus de goesting om te sporten heeft er wel altijd in gezeten. Mijn dochter sliep slecht als baby. Ze werd ’s nachts vaak wakker. Maar toch ging ik dan ’s morgens nog lopen om vol goede energie aan mijn werkdag te beginnen. Er gaat zuurstof naar je hersenen, naar je hele lijf. Dat heeft me toen heel hard geholpen.”

Je kent het wel. Dan heb je eindelijk je loopschoenen aangetrokken, begin je eraan maar ben je steendood na 100 meter. Zijn we wel gemaakt om te lopen? "De mens is gemaakt om 15 kilometer te lopen. Alles daarboven is een beetje onnatuurlijk, daarvoor moet je echt trainen. Toen we nog jagers waren, konden we een antilope of mammoet te pakken krijgen door die heel lang te volgen. Na ongeveer 15 kilometer waren die beesten dan uitgeput en kon de mens toeslaan."

Waarom lukt het ons dan niet om die 15 kilometer te lopen? "De meeste mensen lopen veel te snel. Fietsen trouwens ook. Rustig beginnen is de boodschap. Als je na 100 meter moet stoppen, dan wandelen je even 20 meter waarna je er terug 100 kan lopen. En zo bouw je heel rustig en geleidelijk aan op. Op een zachte ondergrond, ook belangrijk!"

“Elke stap die je tijdens het lopen zet, is ongeveer 5 keer je lichaamsgewicht op je gewrichten. Da’s heel veel. Een beetje gewicht verliezen kan dus wel voor vooruitgang zorgen.” Maar verlies je gewicht door te lopen? “Dat kan. Maar dan moet je al heel veel lopen. De vuistregel is dat je ongeveer je lichaamsgewicht in calorieën verbrandt per kilometer die je loopt. Iemand van 70 kilo verbrandt dus met 5 kilometer te lopen ongeveer 350 calorieën. Eén stevige suikerwafel en je zit er weer door. Ik drink al eens graag een trappist, maar dan is die 5 kilometer lopen er ook alweer door. Lopen zorgt er wel voor dat je meer zin gaan hebben in gezonde dingen, gezonde voeding.”

's Morgens of 's avonds?

“Ik heb de voorkeur om ’s morgens te gaan lopen. Nuchter lopen kan en mag maar is voor ervaren lopers. Maar als ’s morgens gaat ben je er al meteen van af en heb je de hele dag dat fijne gevoel. Je lichaam herstelt dan ook de hele dag door. Dat zijn van die kleine tintelingen, een beetje jeuk. Wanneer je ’s avonds thuiskomt van het werk, nog moet eten en dan pas om 20.30 uur kan gaan lopen is het véél moeilijker om op gang te komen.”

Hoe zorg je ervoor dat je gemotiveerd blijft? "“Je kan voor sociale controle zorgen en afspreken met iemand. Maar je kan ook naar een podcast luisteren tijdens het lopen. De waaier aan onderwerpen is zo gigantisch groot. Of audioboeken! Als je in een verhaal zit, loop je lange afstanden zonder dat je ’t zelf helemaal door hebt!"