aha
vr 30 jun. - 5:08
“Vroeger waren er niet veel manieren om te ontharen, maar daar is ondertussen verandering in gekomen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tijdelijke en permanente ontharing. Bij tijdelijke ontharing zijn er drie opties: waxen, scheren en epileren. Als je voorkeur uitgaat naar permanente ontharing kan je kiezen voor laseren of IPS, Intense Pulsed Light.”
Een laserbehandeling is niet voor iedereen weggelegd.
“Hoe aantrekkelijk zo’n laserbehandeling ook is, het is niet voor iedereen weggelegd. Bij de behandeling werk je op de pigmentcelletjes die in de wortel van de haartjes zitten. In grijze of witte haren zitten geen pigmentcellen, dus het spreekt voor zich dat je de behandeling daar niet op kan toepassen. Ook voor mensen met een zwarte huid is laseren niet ideaal. Zij hebben veel pigment in de opperhuid waardoor de energie geabsorbeerd wordt door de huid zelf. Daardoor lopen ze mee risico op brandblaren en kan er zelfs verkleuring optreden. De geschikte personen voor een laserbehandeling hebben bij voorkeur een witte huid en donkere haartjes.”
Je haar wordt niet dikker door te scheren.
“Veel mensen denken dat je haar dikker terugkomt na het scheren, maar dat is niet zo. Als je waxt trek je het haartje uit de follikel. Als dat terugkomt is dat in het begin weer een fijn haartje dat progressief dikker wordt. Als je scheert ga je het haar in die dikkere stijl afsnijden en het stoppeltje dat eruit komt is dikker. Vandaar het idee dat je haar dikker wordt na het scheren, maar dat klopt niet. Het hangt gewoon af van de manier waarop je onthaart.”
“Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen vellusharen en terminale haren. Vellusharen zijn dunne en kleine haartjes die niet behandeld moeten worden. Na een tijd ontwikkelen die haartjes zich tot terminale haren en die kan je wel aanpakken als er steeds meer beginnen te komen. Het kan geen kwaad als je te vroeg begint, maar voor de puberteit is het zeker niet nodig.”