Spits
di 9 mrt. - 4:16
"In elke klas zijn er wel een paar leerlingen die het moeilijk hebben met het LGBTQ+-thema", vertelt Senne. "De meningen zijn meestal verdeeld. De grote middenmoot vindt het allemaal wel oké, maar gaat niet in op uitspraken over homohaat. Maar er zijn altijd enkele leerlingen met extreme ideeën of haatgevoelens."
“De bedoeling van mijn workshops is niet enkel LGBTQ+’ers een aangenamer leven geven. Ik wil dat alle jongeren zichzelf ontdekken en leren dat er meer is dan hetero zijn,” zegt Senne Misplon overtuigd. “Daarom laat ik ze in de eerste plaats kennismaken met alles wat te maken heeft met gender - en seksuele diversiteit. Ten tweede wil ik tonen hoe je een goede bondgenoot kan zijn van een LGBTQ+’er. En tot slot wil ik de dialoog op gang brengen en laten bestaan.”
“Ik ga de dialoog aan door bijvoorbeeld te beginnen over ‘homo’ als populair scheldwoord. Wie gebruikt het? Waarom gebruiken mensen het? Vinden ze dit echt oké? Op die manier probeer ik mensen te doen inzien dat schelden met iemand zijn identiteit echt niet oké is. Meestal antwoorden ze dat ze het woord wel gebruiken, maar niet associëren met homo zijn. Zo komt dat echter niet over voor iemand uit de LGBTQ+-gemeenschap. Als ik de klas verlaat, hoop ik ook dat de leerlingen blijven praten met elkaar over dit thema.”
"Dat de verdachten van gaybashing zo jong zijn, shockeert. Maar het verbaast me niet. Homohaat heerst in alle lagen van de bevolking en komt voor bij alle leeftijden. Ik kan tijdens een workshop van twee uur tijd geen mirakel verwezenlijken en een jarenlange opvoeding doorbreken. Ik hoop wel iets in gang te zetten. Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs een deel van het antwoord kan zijn tegen homohaat. Maar één lesje over diversiteit op je veertiende krijgen, volstaat niet. Zodra je kan spreken over verliefdheid, kan je het ook over gender – en seksuele diversiteit hebben. En dat is al van in de kleuterklas. Hoe vroeger ze beseffen dat liefde, liefde is, hoe beter.”