de inspecteur
wo 4 dec. - 7:30
Wetenschapsjournalist Koen Wauters vergelijkt een batterij met de brandstoftank in je auto. In beide gevallen gaat het om opgeslagen energie. Het is de bedoeling dat die zachtjesaan vrijkomt om onze toestellen te laten werken.
Maar als er iets misgaat, kan alle energie in één klap vrijkomen. En dan is er een risico op brand of zelfs explosies.
Vandaag is de meest gebruikte oplaadbare batterij de lithium-ionbatterij. Je vindt ze in telefoons, laptops, elektrische fietsen, auto's…
Bij zo’n batterij kan een defect optreden. Binnenin de batterij zit een licht ontvlambare vloeistof, die wordt afgeschermd met een dun laagje plastic. Als daar een lek in komt (bijvoorbeeld omdat je telefoon valt) kan er brand ontstaan. Een klein vonkje, of zelfs gewoon blootstelling aan lucht kan volstaan.
Een tweede probleem is oververhitting. Een batterij warmt wat op tijdens het laden, dat is normaal. Maar ze kan ook te warm worden en in brand schieten. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer je ze in het stopcontact laat zitten nadat ze 100% opgeladen is. Dat doe je sowieso beter niet met het oog op de levensduur van de batterij.
Een andere belangrijke oorzaak van oververhitting is het gebruik van een lader die niet bij het toestel past. Uit een onderzoek van Test Aankoop bleek vorig jaar dat 4 op de 5 goedkope laders voor iPhone niet veilig zijn. Zelfs heel wat laders met het CE-logo voldoen niet aan de veiligheidsvereisten.
Ook al gemerkt dat je telefoon aan de ene lader veel meer opwarmt dan aan de andere? Dan is het opletten geblazen. De kwaliteit van goedkope laders is doorgaans niet voldoende gegarandeerd.
Vaak is het primaire stroomcircuit onvoldoende gescheiden van het secundaire, zijn de onderdelen van mindere kwaliteit of werd de assemblage niet goed uitgevoerd. De gevolgen zijn intussen bekend: kans op elektrische schokken, oververhitting of vonken.