Provincie wil processierupsen laten opeten

De processierupsen veroorzaken dit jaar weer meer hinder, niet alleen in onze provincie maar ook in Antwerpen en Nederlands Limburg. Naar schatting 100.000 mensen zijn al naar de dokter geweest omdat ze hevige jeuk en geïrriteerde ogen krijgen door de brandharen van de rupsen. De provincie wil nu een nieuwe techniek uitproberen.

Lekkere rupsen

"We gaan nestkasten voor mezen hangen op plekken waar veel processierupsen zitten. Want mezen eten graag jonge rupsen", vertelt Luc Crèvecoeur van het Provinciaal Natuur Centrum (PNC). "En we willen ook de grote poppenrover uitzetten, dat is een grote kever en de grootste natuurlijke vijand van de processierups. In Amerika hebben ze de hinder door de plakker, dat is een rups die op een processierups lijkt, daarmee onder controle gekregen." De grote poppenrover kwam 50 jaar geleden nog veel voor in Limburg maar is in 2007 nog maar één keer gezien in Kinrooi. 

Tegelijkertijd wil het PNC nagaan of het anders beheren van de bermen onder de bomen, de hinder niet kan verminderen. "We zien dat er in bepaalde bermen minder rupsen in de zomereiken zitten, we willen uitzoeken hoe dat komt."

Overal bestrijden?

De provincie heeft samen met de provincie Antwerpen, Nederlands Limburg, de universiteiten van Hasselt, Antwerpen en Gent en het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek Europese subsidies aangevraagd om de nieuwe techniek uit te proberen.

Nu worden alleen de processierupsen langs straten en pleinen bestreden. Maar het merendeel van de rupsen leven in natuurgebieden. Volgend jaar wil de provincie de nieuwe aanpak ook daar proberen en gaat daarover afspraken maken met Natuurpunt, Stichting Limburgs Landschap en het Agentschap voor Natuur en Bos.