Bij NTGent moet werk van Honoré d'O wijken voor nieuwe plafondschildering
do 19 jul. - 0:49
Een in-situkunstwerk van een hedendaags artiest in de inkomhal van NTGent is een traditie sinds het eerste directeurschap van Johan Simons in 2005. De installatie van d'O is het derde werk dat de ruimte siert. "Choruschorachorum" is een eerder onopvallende constructie met stofmaskers, gouden emmers en kapstokken, symbolen die verwijzen naar theaterelementen.
Een orkaan genaamd Milo Rau
Dat de Zwitserse regisseur Milo Rau het NTG stormenderhand heeft veroverd, is genoegzaam bekend. Hij veroorzaakte eerder dit jaar al controverse toen hij op zoek ging naar gewezen IS-strijders om op te treden in zijn stuk "Lam Gods". Net als Johan Simons en Wim Opbrouck wil Rau zijn visie al laten blijken in de inkomhal van het theatergebouw. En in die visie past het werk van Honoré d'O niet. Sneu natuurlijk dat het veroordeelde werk van d'O nauwelijks een jaar geleden werd opgeleverd en 40.000 euro kostte. Dat bedrag was trouwens op verzoek van de Vlaamse regering ingeschreven en specifiek bedoeld om kunst te integreren in de publieke ruimte, bij de grootschalige renovatie van de schouwburg.
De installatie van d'O gaat niet verloren, ze blijft in een kelder van het NTG rusten. In 2021 zou ze weer opduiken in het foyer. "Mogelijk is er dan alweer een nieuwe directeur die het ook helemaal anders ziet. Ik ben bereid om het werk weg te halen", zegt d'O, "maar wel met het ultimatum dat het binnen de termijn van Rau weer opduikt".
Honoré d'O stelde nog voor om "Choruschorachorum" aan te passen aan de wensen van Rau, of een combinatie te maken van de gouden emmers en de laag verf in dezelfde kleur. Daar wil Milo Rau niet op ingaan. Voor hem is de inkomhal een belangrijke transitieruimte tussen binnen en buiten die veel zegt over de visie van het gezelschap. Honoré d'O zelf ziet het niet zitten om zijn werk elders op te hangen, "het is specifiek bedoeld voor die ruimte", zegt hij.
Nog overleg?
Het NTG wijst erop dat de werken in de inkomhal nooit bedoeld waren voor de eeuwigheid en dat Honoré d'O dat wist. Het theater is wel bereid om nog te praten met alle betrokkenen, dat zou na het openingsfeest eind september gebeuren.
Intussen is niet alleen de kunstenaar ongelukkig, maar ook Philippe van Cauteren van het SMAK, die destijds d'O introduceerde bij het NTGent. In De Morgen noemt hij "Choruschorachorum" een flinterdun en poëtisch werk.
Het gebruik om nieuwe kunst te integreren in een oude inkomhal van een schouwburg bestaat niet alleen in Gent. Het bekendst zijn de zuilen van Daniël Buren en het trompe l'oeil van Sol LeWitt in de Muntschouwburg in Brussel. Die kunstwerken werden besteld door wijlen Gerard Mortier en geen intendant heeft er ooit aan gedacht om ze te vervangen.
Wrang gevoel
"Ik heb er een wrang gevoel bij", zegt Honoré d'O, ''ik ben ook wat beschaamd, ik steek geld in mijn zak en er valt niets te zien". d'O is wel blij dat er nu wat respons komt op de zaak, na zijn open brief op facebook.
Lees verder onder het facebookbericht.
Milo Rau en Honoré d'O hebben elkaar ondertussen twee keer ontmoet, maar de reactie van de artistiek directeur van NTGent was duidelijk, volgens d'O: "Toen Rau besliste om de installatie te verwijderen, had hij ze niet eens gezien. Toen hij ze wel zag, dacht hij dat de goedkope lampenbollen aan het plafond er bij hoorden. Ik suggereerde toen nog om van die dichtgeknoopte uiteinden van opgeblazen ballonnen aan die bollen te plakken, om ze op te waarderen".
De discussie duurt al maanden. Honoré d'O schreef een soort theatertekst om zijn visie te verduidelijken, zonder resultaat. Hij wil er ook de raad van bestuur bij betrekken. "Het is geen decoratie hé", laat d'O nog weten, "het maakt deel uit van de architectuur. Niet voor eeuwig, dat spreekt vanzelf, maar misschien toch voor een generatie. Die optie wil ik openhouden."
Honoré d'0
Honoré d'O werd in 1961 geboren in Oudenaarde als Raf Van Ommeslaeghe. Hij werkt aan een oeuvre van vooral objecten en installaties, die vaak zijn samengesteld uit banale voorwerpen en gevonden recyclagemateriaal. Zo tast hij de grens af tussen het alledaagse en artistieke, het vergankelijke en het permanente. Werk van d'O is onder meer te zien in Middelheim en her en der in de publieke ruimte, hij nam ook deel aan de Biënnales van Venetië en Sao Paolo.