Jonge Gentse fotografe krijgt eigen expo in Antwerpen
vr 26 okt. - 5:54
Eerst kortstondige ontmoetingen
Afgestudeerd aan het KASK in Gent in 2009 legde Depoorter een indrukwekkend parcours af. Sinds 2012 is ze verbonden aan het gerenommeerde fotoagentschap Magnum, naast haar Belgische mannelijke collega's Carl De Keyzer en Harry Gruyaert. Bij het grote publiek werkte ze zich in de kijker door de wereld rond te trekken, van de Trans-Siberische spoorlijn via de Big Apple tot aan de Egyptische revolutie.
Het concept was simpel: Depoorter trok de straat op en sloeg mensen een tijdje gade. Wie haar wist te fascineren -en wie ze uiteindelijk ook vertrouwde- kreeg de vraag of ze mocht overnachten. Ze fotografeerde de huiselijke taferelen, mensen in pakweg hun living, badkamer of slaapkamer. "Door die overnachtingen bij mensen thuis werd mijn werk intiemer. Veel mensen die me binnenlieten, zijn eenzaam en vertelden heel veel over hun leven. Ik deelde ook veel met hen. Het was een wisselwerking, dat is belangrijk voor mij", legt ze uit.
Het waren steevast kortstondige ontmoetingen: een nacht en een ochtend, en Depoorter was weg. Maar er een ontstond een band. Ze had niet langer het gevoel dat ze zomaar foto's van iemand "stal".
De onderstaande foto is een werk uit Depoorters tweede boek “I’m about to call it a day”. Het typeert haar helemaal. “Je ziet vier mensen uit eenzelfde gezin in Texas. Ik was er in 2011 en ook bij hen ben ik één nacht blijven slapen. Ze leefden in een trailer. Het was er armzalig, geen aangename plaats, er zaten overal kakkerlakken. Drie van de vier gezinsleden waren erg ziek. In plaats van naar de bioscoop te gaan met de kinderen, pikten deze mensen hen van school op om met cola en popcorn naar de kerstverlichting in de rijke buurten te gaan kijken. Het was een mooi en puur moment, want er was geen jaloezie te bespeuren. Ze wilden gewoon zo veel mogelijk tijd met elkaar doorbrengen, zolang dat nog mogelijk was.”
Bieke
Naar foto's met dialoog
Tegenwoordig stelt Depoorter de fotografie als medium in vraag, en dat is te zien aan haar recente projecten -waarvan er sommigen trouwens nog in volle ontwikkeling zijn- op haar expositie in het FOMU.
"Na zeven jaar werken in Eygpte ben ik beginnen nadenken. Hoe gaan we om met de ander? Kan ik wél een fotoboek maken vanuit een westers standpunt? Ik was een boek aan het maken over een cultuur waar het onmogelijk is om te fotograferen. In Egypte zagen ze me als spion. Ik wilde mijn boek bijna niet meer uitgeven. Als oplossing ben ik met een soort van dummy naar Egypte teruggegaan om te vragen aan andere mensen of ze hun ideeën over de foto's niet wilden opschrijven met witte of zwarte pen op de foto zelf. Op die manier begonnen mensen uit verschillende klassen met elkaar te praten over verschillende onderwerpen, onder anderen ook over fotografie waar ik zelf zo hard over twijfelde. Uiteindelijk heb ik het boek zo uitgegeven, niet langer met gewone foto's maar met geschriften en uiteraard vertalingen." Depoorter gaf ook de Egyptenaren die niet wilden gefotografeerd worden dus subtiel een eigen stem.