UGent wordt meter van 8 graven van oud-professoren

De graven zijn door de universiteit gepoetst en in ere hersteld en ze zijn ook uitgerust met een gedenkplaat. Daarop staat wat de professoren betekend hebben voor de Gentse universiteit.  De professoren behoorden allemaal tot één van de vier stichtende faculteiten van de universiteit. 

• Auguste Wagener (1829-1896) : classicus en moraalfilosoof. Vanaf 1850 doceerde hij aan de Gentse universiteit Latijnse en Griekse letterkunde en hij was daarmee een van de grondleggers van de Gentse filologische school. Daarnaast was hij ook lange tijd Gents schepen van Onderwijs en Schone Kunsten.

• Victor Deneffe (1835-1908) : deze oogarts streed in de tweede helft van de 19e eeuw onvermoeibaar tegen de trachoomepidemie, een oogziekte die vooral voorkwam in de armste lagen van de bevolking. Ze leidde vaak tot blindheid. Daarnaast was hij ook gepassioneerd door geschiedenis. Hij was stichtend lid van de Gentse Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde en speelde een belangrijke rol in de redding van het Gravensteen. Zijn verzameling oude chirurgische instrumenten maakt vandaag deel uit van de collecties van de Gentse Universitaire Musea.

• Junius Massau (1852-1909) : was een ingenieur-wiskundige die internationaal naam maakte met bijdragen over beschrijvende meetkunde. Door de combinatie van theorievorming en praktische toepassingen werd hij een van de meest geciteerde auteurs uit zijn vakgebied. Hij was ook liberaal gemeenteraadslid in Gent en leverde belangrijke bijdragen aan de hervorming van het kiesrecht.

• Polynice Van Wetter (1844-1925) : was van 1867 tot 1914 professor aan de faculteit Rechtsgeleerdheid en later decaan van zijn faculteit. Daarna werd hij rector van de universiteit. Hij was een specialist in het Romeins recht.

• Albéric Allard (1834-1874) : ook hij was professor aan de Gentse faculteit Rechtsgeleerdheid, van 1866 tot zijn vroeg overlijden in 1872. Hij was een expert in het burgerlijk recht en in de geschiedenis van het strafrecht.

• Nicolas Dumoulin (1827-1890) : als arts en hoogleraar specialiseerde hij zich in de farmacologie en later in de interne geneeskunde. Hij was ook meermaals decaan van zijn faculteit en zorgde ook voor de verbetering van de artsenopleiding.

• Julius Mac Leod (1857-1919) : nn 1887 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Plantenkunde aan de faculteit Wetenschappen. Datzelfde jaar werd hij ook directeur van de universitaire Plantentuin, die onder zijn bestuur gevestigd werd in het Citadelpark.

• Bertha De Vriese (1877-1958) : was de eerste vrouw die in Gent afstudeerde als doctor in de genees-, heel- en verloskunde. Ze was ook de eerste vrouwelijke onderzoeker aan de universiteit, in de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen.

Mogelijk komen er in de toekomst nog grafmonumenten bij.