Spits
Francesca Vanthielen over vzw Klimaatzaak: “Moest ik de tegenpartij zijn, ik zou met de poepers zitten”
ma 15 mrt. - 5:20
Francesca Vanthielen staat samen met heel wat anderen achter haar rechtszaak: “We doen dit omdat we alleen maar kunnen vaststellen dat er een nalatig klimaatbeleid is. We zijn deze rechtszaak al zes jaar geleden gestart. Ondertussen is er al heel veel tijd voorbij gegaan, en ook wat verloren. We kunnen niet zeggen dat er veel gerealiseerd is in dit voorbije jaar, terwijl de urgentie van het klimaatprobleem alleen maar groter is geworden. Europa heeft dat erkend. Zij hebben de doelstellingen ook aangescherpt. Maar nu is het aan ons om mee op die kar te springen.”
Het proces begint
“We hebben er zes jaar op gewacht, dus uiteraard ga ik er bij zijn. Er zijn al conclusierondes geweest in 2019, nu beginnen de pleidooien die negen dagen zullen duren. Dat is ook ontzettend lang, wat aangeeft dat de drie rechters die de zaak zullen voorzitten het belang en de grootheid van deze rechtszaak erkennen.”
“Ik denk niet dat de ministers zelf aanwezig zullen zijn, maar uiteraard wel hun advocaten. Het gaat dan om de advocaten van het Vlaamse, Waalse en Brusselse gewest. En ook nog eens federaal. Wij hebben vier ministers van klimaat in ons land.”
"Ze zijn aan het bibberen"
Francesca Vanthielen is er zeker van dat ze kans maken om deze rechtszaak te winnen: “Als ik in hun schoenen zou staan, zou ik wel met de poepers zitten. Intussen zijn er ook al verschillende andere rechtszaken in het voordeel van de uitdagende partij uitgesproken. In Ierland is er ook zo’n zaak uitgesproken. Ook in Frankrijk werd de Franse overheid veroordeeld. Het evolueert in de rechtspraak dat het kan om via gerechtelijke weg toch af te dwingen dat er een ambitieuzer klimaatbeleid wordt gevoerd.”
“Als wij gelijk krijgen, gaan we er wel vanuit dat de overheid meteen actie onderneemt", gaat ze verder: "Ook in Nederland is dat zo gebeurd. De overheid is dan verhandeld, dus ze moeten er naar handelen. Wij hebben natuurlijk een aantal eisen gesteld die in overeenstemming liggen met dat wat wij onderschreven hebben in het Verdrag van Parijs in 2015. We zouden alles in het werk stellen om de opwarming onder anderhalve graad te houden. Wij moeten proportioneel gezien voor ons land België die inspanningen leveren. Ook Europa heeft daarvoor een traject uitgetekend. Daar moeten we gewoon aan voldoen. We moeten alles in het werk stellen om dat te realiseren. En dat vragen wij van de overheid.”
“Hoe langer we ermee wachten, hoe groter de inspanning zal zijn op het einde. We hebben nu al kostbare tijd verloren. Als we kijken wat België gerealiseerd heeft de voorbije jaren, is er tot 2015 al een goeie reductie gekomen. Maar de voorbije vier à vijf jaar is er heel weinig gebeurd. Als je kijkt naar de curve zijn we in een flatline gegaan. Er zijn wel maatregelen gekomen om die CO2 te reduceren, maar er is meer uitstoot gekomen. Ze hebben zich alleen maar gecompenseerd. We zijn dus niet naar een reductie gegaan. Het is niet dat we niet kunnen of niet willen, maar het is een kwestie van moeten. En het kan wel degelijk.”
“Wij zijn de vierde grootste producent ter wereld in windenergie en we hebben ocharme een kustlijn van 70 kilometer. Denemarken is daar ook heel sterk in, maar zij hebben veel meer kust dan wij. Wij kunnen wel koploper zijn en dat kan ook baten. We moeten even een transitie doen van een oude economie naar een nieuwe economie. De bedrijven zijn meer en meer mee in dat verhaal, dus het is wel degelijk mogelijk.”
Een rechtszaak kost centen
Maar zo'n rechtszaak kost uiteraard ook wel geld: “Dankzij heel veel mensen die ons gesteund hebben de voorbije jaren met allerhande acties, hebben we onze kas aangevuld. Maar de laatste loodjes kosten uiteraard ook wel nog wat centen. Wat dat betreft moeten we nog een tandje bijsteken. En dan hoop ik natuurlijk dat we gaan voor winst. Ik hoop dat er niet in beroep gegaan wordt als we winnen, want dan zijn we weer voor ettelijke jaren bezig.”