Spits
Fruitteler An De Rijck: “Het is veel te warm voor onze appels. Ze beginnen te koken en krijgen verbrande plekken”
di 11 aug. - 3:16
“Hier staan 25 000 bomen”, begint An De Rijck. “Door de hoge temperaturen heeft ons fruit last van zonnebrand. Bij extreme hitte krijgen appelen en peren het eigenlijk veel te warm aan de boom, waardoor ze beginnen te koken. En daardoor krijg je op de appels verbrande plekken, die er eigenlijk uitzien als grote, bruine en rotte plekken op de vruchten. Ze kunnen dus niet meer gebruikt worden voor consumptie.”
Verbrande appels
“We moeten de appels vernietigen. De cellen zijn kapot waardoor je die niet meer kan verkopen. De smaak is volledig aangetast, waardoor je ze zelfs niet meer kan gebruiken om appelmoes of appelsap te maken. Net voor de pluk gaan we ze plukken en op de grond laten vallen.”
Mark Robijns gaat verder: “Je kan de appelen nu nog niet plukken. Ze zijn nog niet rijp. Op dit moment plukken we de zomerappelen. Maar het is wachten tot de ‘hoofdvruchten’, de conférences klaar zijn. Jonagoldappelen bijvoorbeeld, zijn pas klaar over een dikke maand. Op dit moment moeten we dus gewoon afwachten en hopen op minder hitte.”
Extreme weersomstandigheden
An De Rijck: “Het gebeurt regelmatig eens dat onze appelen verbranden door de hitte, maar niet in deze mate. Je kan af en toe eens een appel zien, dat wel. Maar vorig jaar is het eerste jaar dat we dit in deze mate meegemaakt hebben.”
“Ik denk dat dit te maken heeft met de extremere klimaatomstandigheden waarmee we te maken krijgen. We merken dat we veel meer te maken hebben met extremen: koude, hitte, … Het is niet alleen de warmte die ons parten speelt. In het voorjaar hebben we ook vorstschade gehad. Alle mogelijke extreme weersomstandigheden komen veel vaker voor”, legt An De Rijck uit.
“Het weer is nog steeds warm en er komen elke dag meer beschadigde vruchten bij”
“Je kan niets doen om de vruchten te beschermen. Ook afdekken is geen oplossing, want de oppervlakte is veel te groot. Het is onbegonnen werk. Door onderzoek vorig jaar is er aangetoond dat er niet meteen voldoende middelen zijn om dit te kunnen onderdrukken. Het is een probleem dat zich in heel Vlaanderen voordoet.”
“Ik kan op dit ogenblik moeilijk inschatten hoe veel schade ik heb. Het weer is nog steeds warm en er komen elke dag meer beschadigde vruchten bij. We kunnen dit pas inschatten als deze warme periode voorbij is.”
“De warmte zorgt ook wel voor voordelen. We hebben een heel hoog suikergehalte in de vruchten omwille van de mooie temperaturen. De vruchten die achter de beschadigde vruchten hangen, zijn van prima kwaliteit. Zij gaan ook enorm lekker zijn!”