Journalist Lars Bové: "De belastingbetaler betaalt wél mee aan het onderhoud van koninklijke paleizen"

Lange geschiedenis

"De Koninklijke Schenking gaat terug tot Leopold 2", vertelt Lars Bové bij David Vanooteghem in Spits. "Op zeker moment besliste die om een gigantische verzameling onroerend goed aan de Belgische Staat te schenken. Dat klinkt nobel maar dat was toch op de eerste plaats een fiscale kwestie om geen successierechten te betalen. Een voorwaarde was ook dat de troonsopvolgers die goederen mocht blijven gebruiken.  De Koninklijke Schenking moest wel zelf voor de kosten in staan."

De belastingbetaler komt toch tussen

"Maar wij hebben dus ontdekt dat dit niet zo is", zegt Lars Bové. "Vorig jaar betaalden ze maar 5.6 miljoen euro kosten voor die ongelooflijke hoop vastgoed en dat kan gewoonweg niet. De belastingbetaler betaalt dus wél mee aan onderhoud. Een voorbeeld: er is een conciërgewoning ergens in Brussel, het dak moest worden gerenoveerd en dat heeft 300.000 euro gekost. De schenking betaalt dat niet maar de belastingbetaler."

"Het was een schenking die Leopold deed", zegt Lars. "Maar die gebouwen zijn géén eigendom van de staat. De belastingbetaler betaalt bijvoorbeeld huur voor Kasteel Hertoginnedal. 100.000 euro! En onlangs moesten alle 120 ramen gerenoveerd worden en die factuur is betaald door de belastingbetaler!"

Echt autonoom?

"De Koninklijke Schenking zou ook autonoom moeten beslissen wát er hersteld wordt. Maar we horen dat het toch altijd de Koninklijke familie is die de lakens uitdeelt. En je ziet dan ook dat de kosten die de Schenking dekt, meestal voor gebouwen is die de Koninklijke familie gebruikt", besluit Lars Bové.

Er is nog veel meer nieuws over de Koninklijke Schenking op komst de komende dagen en dat kan je volgen op vrt.nws en op de site Koningshuizen.