Spits
Wim Opbrouck over nieuwe seizoen 'Bake-off': "De knuffelbeer in mij heeft zich moeten inhouden"
wo 28 okt. - 5:17
“Ik moest mij serieus intomen als knuffelbeer”, zegt Opbrouck. “Dus ik heb dan maar een knuffelstok geknutseld om toch schouderklopjes uit te kunnen delen. Alles is coronaproof verlopen. De opnames zijn tijdens de zomer gebeurd, toen waren de bubbels nog wat groter. De bakkers en presentatoren waren één bubbel, dus dan kon het mondmasker al eens uitblijven. Vooral achter de schermen heeft iedereen zich daar ongelooflijk voor ingezet. Extra sanitaire managers, EHBO Vlaanderen die naast snij- en brandwonden er ook voor zorgden dat we voldoende afstand hielden. En ontsmetten, ontsmetten, ontsmetten.”
De baktent verhuisde ook naar een nieuwe locatie. “We zijn neergestreken in Oostende, de koningin der badsteden. We staan in de tuin van de koninklijke villa, dat is nu een revalidatiecentrum. De warmte en zeebries van de zomer zal vanaf vanavond te voelen zijn, perfect op deze donkere avonden.”
"Kies dan een echte job"
Als acteur en muzikant komen de nieuwe maatregelen weer hard binnen bij Wim. “Het was te verwachten. Maar nu moeten we totaal, voor 100 procent solidair zijn. Ja, ’t is pijnlijk, maar ik ben voor de solidariteit. Maar ik hoop ook dat de rest van de wereld solidair is met ons, de cultuur- en entertainmentsector, maar ook de horeca. Eigenlijk ‘zorgen’ wij ook voor het mentale welzijn van de mensen. Die worden nu gestraft. Het heeft geen zin om dit een ‘zwarte dag’ te noemen. Iedereen heeft het moeilijk, ook leerkrachten en de zorgsector bijvoorbeeld. Laten we gewoon ons allemaal zo goed mogelijk aan die maatregelen houden zodat we van dat beest der beesten verlost geraken.”
“We moeten niet naar elkaar beginnen wijzen. Maar het is pijnlijk dat voetbalwedstrijden wel mogen doorgaan. De koersen denderen door, de economie dendert door. Dat is ergens ook niet fair. Het is even veilig, zo niet veiliger, in een theaterzaal dan in de supermarkt. Ook restaurants hebben zoveel investeringen qua veiligheid gedaan. Maar ja goed, de cijfers zijn de cijfers. En de maatregelen zijn de maatregelen. Maar wat het nog pijnlijker maakt, is dat je in de cultuursector nog te horen krijgt ‘kies dan een echte job’. Alsof wat wij doen maar een bezigheid is. Dat is het niet. Het is een ambacht, meesterschap. De gezichten zijn alleen maar het topje van de ijsberg. Achter ons staan er zoveel mensen, een hele economie. Maar het is nu alle hens aan dek en wij dragen onze hele zware steen bij.”