WIN VRIJKAARTEN VOOR EXPO 'MICRO, BUBBLE & POPULAR CARS' IN AUTOWORLD

WIN VRIJKAARTEN VOOR DE EXPO ‘MICRO, BUBBLE & POPULAR CARS’ IN AUTOWORLD

Na de ‘supercars’ koos ons nationaal automuseum Autoworld deze keer voor een lichter thema. Ook letterlijk !
Van 29 oktober tot 11 december 2016 zet men in het Brusselse Jubelpark namelijk de grappige ‘Micro, Bubble en Popular cars‘ in de spotlight.

Kleine stadsauto’s als de Smart, de Mini, de Kever, de 2PK kent iedereen.
Maar Bubble-en Microcars waren nog een heel stuk compacter !

Ze staken voor het eerst de kop op na de Tweede Wereldoorlog.
Grondstoffen waren toen erg schaars in Europa, en de mensen hadden geen geld voor grote auto’s.
Zo ontstonden goedkope vervoermiddelen als de Vespa en de Microcars.
Plots doken ze in zowat alle West-Europese landen op in de jaren ’50.

Ze waren ook een afdoend antwoord op de eerste oliecrisis van 1956, de zogenaamde Suez-crisis in het Midden-Oosten, want ze verbruikten stuk voor stuk erg weinig door hun laag gewicht, hun compacte afmetingen, hun kleine motortjes, en hun erg bescheiden prestaties.

De designers van de Bubble cars moeten zich kostelijk geamuseerd hebben, want er zitten echt koddige karretjes tussen.
De naam Bubble car is geïnspireerd op het bolle dakje van de beroemde Messerschmidt “Kabinenroller” KR200.
Heel wat Bubble cars werden geproduceerd door toenmalige Duitse vliegtuigbouwers zoals Messerschmitt, Heinkel, Fulda en BMW, die na WO II uiteraard geen vliegtuigen meer mochten en konden produceren voor de Luftwaffe van Hitler.

De Italiaan ‘Iso Rivolta Isetta’ gebruikte een BMW-motor om onder licentie zijn eigen model te kunnen bouwen.
Dit wagentje, met de deur aan de voorzijde, is waarschijnlijk de beroemdste “Microcar” van allemaal.

Engeland liet zich ook niet onbetuigd met de Peel Trident, ontworpen op het eiland Man.
Ook de driewieler Bond Minicar, de Meadows Frisky, de Scootacars, en de Berkeley Roadsters met hun 360cc motoren kwamen uit Groot-Brittannië.

Franse Microcars waren de Velam Isetta, Peugeot VLV, Vespa 400 en Rovin.

Al die grappige micro-autootjes hadden één ding gemeen: ze werden aangedreven door motoren en mechaniek die van brommers, scooters of motorfietsen afkomstig waren.

En hoewel er decennialang door heel wat mensen (ook oldtimerverzamelaars!) een beetje lacherig werd gedaan over deze minuscule karretjes, zijn het hun trotse eigenaars die het laatst lachen, want de prijzen van deze zeldzame Bubble-en Microcars zijn de laatste jaren gigantisch gestegen.
Voor een Messerschmitt KR200 betaal je momenteel al gauw 50.000 euro of meer !

De komst van de Mini in 1959 betekende het einde van de ‘Bubble cars’, want de Mini bood plaats aan vier personen, en kon makkelijker ook lange afstanden afleggen.
Het was met andere woorden het ideale compacte vervoermiddel, voor een lage prijs.

Donderdag 27 oktober deel ik in ‘De Auto Van Guy’ tijdens het programma ‘Spits Met David’ vrijkaarten uit voor deze unieke tentoonstelling in Autoworld.