de inspecteur
Klantenkaart en beurtenkaart: wat zijn je rechten?
di 20 dec. - 11:35
De klantenkaart
Het principe van een klantenkaart is dat de verkoper zich ertoe verbindt de klant een bepaald voordeel te geven. Als de klant aan alle voorwaarden voldoet natuurlijk, bijvoorbeeld wanneer hij een volle spaarkaart heeft.
Een klantenkaart van pakweg de bakker of de slager bevat meestal niet veel informatie. Vaak staan er maar enkele vakjes op om stempels te zetten onder de naam van de zaak. Er hoeft in principe zelfs geen einddatum op te staan. Als dat het geval is, blijft de kaart gewoon geldig tot het moment waarop de verkoper het voordeel stopzet.
Hij mag dat doen op twee voorwaarden. De handelaar moet er duidelijk over communiceren aan zijn klanten én hij moet de mogelijkheid geven volle spaarkaarten binnen een redelijke termijn in te ruilen.
De beurtenkaart
Bij een beurtenkaart betaal je als consument vooraf een bepaald bedrag voor een aantal prestaties. Vaak hangt er een voordeel aan vast, zoals een korting of een gratis beurt.
Pas op: als er geen vervaldatum op de kaart staat, betekent dat niet noodzakelijk dat de kaart géén geldigheidstermijn heeft. Want een geldigheidsduur kan voortvloeien uit de algemene voorwaarden van het contract (en een beurtenkaart is nu eenmaal een contract). Maar dan moet de verkoper jou als klant wel vóór de aankoop op de hoogte gebracht hebben van die algemene voorwaarden (en je mag ze ook niet ondertekend hebben zonder het te beseffen).
Het is als consument dus best slim om, wanneer je een beurtenkaart koopt, even te vragen naar de algemene voorwaarden. Zo kom je later niet voor verrassingen te staan.
Uitbaters verdwenen of failliet?
Een beurtenkaart houden altijd een risico in. Er bestaat nu eenmaal een kans dat de verkoper failliet gaat of onverwacht zijn zaak sluit. Speel daarom op veilig door geen te dure beurtenkaarten te kopen, of door je beurten snel op te gebruiken. Dat geldt trouwens ook voor cadeaubonnen.
Een verkoper kan natuurlijk niet zomaar beslissen om te stoppen met zijn zaak en al zijn contracten op te zeggen. Je staat als consument in dat geval op gelijke voet met leveranciers die ook nog betaald moeten worden. Maar in de praktijk is het moeilijk je geld terug te vorderen van uitbaters die verdwenen of onbereikbaar zijn.
In theorie heb je als consument meer rechten wanneer de handelaar bij wie je nog een tegoed hebt, failliet gaat. Je hebt dan een recht op schadevergoeding, een vordering in het faillissement. In de praktijk loopt het helaas vaak anders, want bij een faillissement is er vaak niet genoeg geld om alle schuldeisers terug te betalen. Je hebt dus in theorie wel recht op een schadevergoeding, maar in de praktijk loop je er vaak niet ver mee.
Oei, de zaak is overgenomen!
Ook al zo'n vervelende situatie: de zaak is intussen overgenomen en de nieuwe eigenaar weigert je beurtenkaart of waardebon te aanvaarden.
In zo'n geval is het van belang welke juridische entiteit de zaak uitbaat. Werd de onderneming overgenomen, maar wordt ze nog altijd uitgebaat door dezelfde vennootschap? Dan moet die jouw bon of kaart nog altijd aanvaarden.
Wanneer het om een andere juridische entiteit gaat, zul je je gram moeten halen bij de vorige uitbater. Per slot van rekening heeft die met jou een contract afgesloten, dat hij nu moet nakomen.
Je kunt wel pech hebben: als blijkt dat de oude uitbater een vennootschap is die intussen niet meer bestaat, dan ben je je tegoed kwijt. Je kunt eventueel proberen een schadevergoeding te krijgen, maar de slaagkans is erg klein. Het enige waarop je kunt hopen, is een commerciële geste van de nieuwe uitbater.