Waarom zijn mijn gouden juwelen niet overal evenveel waard?

"Mijn goud is niet overal evenveel waard"

Myriam erft gouden juwelen van een tante. Ze wil die graag verkopen en gaat naar een goudwisselkantoor. Bij dat bezoek heeft ze geen goed gevoel. De opkopers zijn opdringerig en Myriam krijgt amper uitleg over de manier van werken. Alles moet snel gaan. Ze krijgt uiteindelijk een prijs, maar verkoopt het goud nog niet.

Ze beslist om ook langs te gaan bij een goudsmid. Die man neemt zijn tijd om de juwelen te bekijken en hij geeft veel uitleg. Tot haar grote verbazing geeft die goudsmid Myriam meer dan het dubbele voor de juwelen.

Jan Orye, voorzitter van de juweliersbond, schrikt er niet van. Een goudsmid kan de juwelen altijd doorverkopen of bewerken. Hij kan er dus nog een extraatje uit halen. Daarom kan je als klant een hoger bedrag krijgen voor jouw goud. 

Hoe wordt de goudprijs bepaald?

De goudprijs per kilo ligt vast. Die vind je elke dag terug in de krant. Maar die prijs is niet gelijk aan de prijs die jij krijgt als je goud gaat verkopen.

Om te weten hoeveel geld jij krijgt voor jouw goud, moet je weten hoe een opkoper te werk gaat. Die berekent de prijs op basis van de goudprijs en de hoeveelheid goud die in jouw juweel verwerkt zit.

Stel dat één kg goud 36.000 euro waard is. Dan is één gram goud goed voor 36 euro.

Maar jij hebt misschien geen zuiver goud in handen. Er bestaan namelijk gradaties in het aandeel goud dat een juweel kan bevatten. Dat aandeel wordt uitgedrukt in karaat.

• Een juweel van 24 karaat goud bestaat voor 99,99% uit zuiver goud.
• Een juweel van 18 karaat goud bestaat voor slechts 75% uit zuiver goud. De overige 25% bestaat uit zilver en koper.
• Een juweel van 12 karaat goud bestaat nog voor 50% uit zuiver goud. De andere helft is zilver en koper.

Als jij een juweel hebt van 18 karaat goud dat 200 gram weegt, dan bestaat dat juweel voor slechts 150 gram uit zuiver goud. Een opkoper zal dus enkel die 150 gram in rekening brengen. In onze veronderstelling is één gram goud 36 euro waard. En dus heb je recht op een som van 5400 euro.

Jan Orye benadrukt dat je dat bedrag niet altijd zal krijgen. De opkoper is uiteindelijk vrij om te beslissen hoeveel geld hij er uiteindelijk voor veil heeft. Maar als je zelf al in staat bent om de rekensom te maken, dan weet je wel of die opkoper met een realistisch voorstel komt.

Stel dat de opkoper in dit voorbeeld met een bedrag van 2000 euro over de brug komt, dan weet je dat dat een véél te laag bod is. En dan moet je het zeker bij een andere opkoper proberen.

Risico’ voor de inkoper

Volgens Jan Orye, zijn er altijd risico’s voor de inkoper. “Ik heb ook al juwelen gekocht die bij nader inzien geen zuiver goud maar pleetgoud waren.” De inkoper neemt dus elke keer een risico. Dat risico zal die persoon dan ook incalculeren waardoor het bedrag dat je voor je waar krijgt lager uitvalt dan gedacht.

Tips voor een vlotte verkoop

• Weeg de juwelen op voorhand. Zo kan je aan de koper de hoeveelheid karaat vragen van je juwelen. Op basis daarvan weet je hoeveel alles waard is. 
• Vergelijk. Ga langs bij verschillende adressen en kijk welke prijs je krijgt. 
• Laat je niet onder druk zetten. Neem je tijd om een beslissing te nemen.
• Ga altijd langs bij iemand die voldoende ervaring heeft. Wie al lang in het vak zit, kent de klappen van de zweep en heeft een reputatie hoog te houden.
• Kijk of de juwelier aangesloten is bij de juweliersbond.