de madammen
Een 'nieuwe' tuin: hoe begin je er aan?
di 7 feb. - 11:05
In de winter is de tuin vooral mooi om naar te kijken, maar stilaan groeit het verlangen om er terug in aan de slag te gaan en misschien wel te kiezen voor een nieuw tuinontwerp. Maar hoe begin je daaraan? En waarmee moet je rekening houden?
De Madammen nodigen hiervoor tuinarchitect Roeland Vranckx uit en vallen meteen met de deur in huis: hoe maak je een goed en betaalbaar tuinontwerp?
1. Maak een KAART van de begintoestand.
Je maakt dus een inventaris van de uitgangssituatie. Belangrijke gegevens op die kaart zijn onder andere:
- afmetingen tuin
- de ligging van de woning (ook ten opzichte van het huis van de buren)
- wat staat er in mijn tuin en welk waarde geef ik aan al die dingen (zijn er zaken die ik absoluut wil behouden en andere die weg mogen...)
Ook belangrijk: maak de kaart op schaal! Op die manier krijg je meteen een goed zicht op de situatie
Vergeet ook geen noordpijl op de kaart te zetten, zodat je weet hoe de tuin georiënteerd is (dat is namelijk een essentiële factor: waar is er zon en waar niet ?)
Sommigen maken ook een ‘schaduwkaart’ per uur: zo krijg je een gedetailleerd beeld van de schaduwplekken in je tuin in de loop van een dag, maar een iets minder uitgebreid schaduwoverzicht is ook al goed.
2. Maak een FUNCTIONEEL CONCEPT.
De tuin is namelijk een verzameling van plekjes die allemaal een bepaalde functie hebben.
Teken alle functies schetmatig op:
* ik wil binnen ontbijten met zicht op de tuin => die moet dus gelinkt zijn aan het huis
* ik wil een zwembad, een zwemvijver …
* ik wil een speelruimte voor de kinderen
* ik wil een barrière in de tuin die de buren het zicht op mijn tuin belemmert, ...
Belangrijk bij het opstellen van het functionele concept: je zoekt een antwoord op de vragen zoals wat wil ik, wat hou ik, wat moet weg, wat wil ik toevoegen? En uiteindelijk probeer je de antwoorden op al die vragen met elkaar te verzoenen. Dan komt het er op aan om al die ‘functies’ in een bepaalde vorm te gieten.
Tuinarchitecten doen dat volgens bepaalde ontwerpprincipes. Daarbij is het streefdoel altijd: je moet zin hebben om de tuin te willen zien, te ontdekken. De tuin moet je nieuwsgierigheid aanwakkeren.
3. Maak een PLAN
Zodra stappen 1 en 2 afgerond zijn, is eigenlijk de helft van het werk geleverd.Toch stelt de tuinarchitect vast dat heel veel mensen vaak wel een wensenlijstje hebben, maar ze hebben meestal niet nagedacht over een mogelijke uitwerking.
Punten 1 en 2 worden de basis voor het uiteindelijke PLAN. In het PLAN zit het uiteindelijke voorstel voor de aanpassingen van de tuin.
Hoe werkt het makkelijk? De KAART is je vertrekpunt, daar leg je een kalkpapier op en je brengt wijzigingen aan en dan leg je er weer een kalkpapier op voor de volgende fase, enz...
Er zijn diverse computerprogrammaatjes op de markt waarmee je zelf een tuinontwerp kan maken, maar die zijn blijkbaar niet zo gebruiksvriendelijk. De tuinarchitect is voorstander om het ontwerp op een ambachtelijke manier met een vet potlood te schetsen.
Als je de tuinverandering toevertrouwt aan de tuinarchitect dan krijg je het uiteindelijke plan wel in de vorm van een virtuele tour. Dat heeft zo z’n voordelen, want blijkbaar hebben heel wat mensen problemen om zich iets op plan voor te stellen.
Bij het ontwerpen zijn er 3 basisprincipes:
- een tuin is meer dan de som van de onderdelen
- wat in de ene tuin past, is volkomen misplaatst in een andere tuin
- een tuin moet een tuin blijven: het groen moet toch wel blijven primeren
Waar halen mensen inspiratie?
Veel mensen halen ideeën uit tijdschriften of boeken die willen ze dan zo goed mogelijk kopiëren. Ze vergeten dus dat wat in de ene tuin ok is, past absoluut niet in een andere tuin.
Mensen verliezen ook vaak het geheel uit het oog. Je kan niet zomaar een stukje van een voorbeeld overnemen. Een tuin is meer dan de som van de onderdelen! Bijgevolg: een tuin verfraaien met vele kleine ingrepen is geen goed idee!
Enkele ontwerptruukjes:
- dieptezicht krijg je via hagen
- een kleine tuin lijkt groter als je hem indeelt in ‘tuinkamers’ en als je zorgt voor een voor-en achtergrond waardoor je diepte creëert)
- kleuren en structuren kunnen wonderen doen
- een lelijk fietshok kun je inbufferen
- leibomen of pergola’s zijn heel goede zichtcamouflages
- een terras moet je altijd ergens ‘inkaderen’, tegen een muur bijvoorbeeld. Je legt dus geen naakt terras midden in de tuin
- een klein stadstuintje te midden van hoge gebouwen kan je knusser, intiemer maken door de blikvangers in de hoogte te minimaliseren
- hou rekening met de psychologische kant van de zaak: hoe beweeg ik mij in een ruimte (in dit geval in de tuin dus)
Goed om te weten:
Zwembad of niet? Past het in je tuin?
Meestal willen mensen pronken met een zwembad en daardoor willen ze ‘t vaak in ‘t verlengde van hun woonkamer, maar bedenk dat je dan in ons natte land minstens zes maanden per jaar op een afdekzeil zit te kijken
Overweeg een alternatief zoals een zwemvijver of jacuzzi. Die laatste zijn heel er in, maar wel behoorlijk lelijk om naar te kijken. Je kan het toestel wel proberen in te bufferen...
Zaai je graas of leg je graszoden?
Gras zaaien is goedkoper dan graszoden leggen.
Graszoden hebben wel heel wat voordelen: kan je ’t hele jaar door leggen (natuurlijk niet echt aan te raden op kletsnatte ondergrond); ze weren meteen onkruid; zorgen meteen voor groen effect; je kan er al na ongeveer drie weken op lopen (in plaats van 6 tot 8 weken bij zaaigras).
Wat zijn de huidige trends?
Centraal staat tegenwoordig voor veel mensen de onderhoudsvriendelijkheid. Mensen willen vooral genieten van hun tuin zonder dat ze slaaf worden van die tuin.
De tuinbeleving is een sociaal gebeuren. De tuin wordt een ontmoetingsplek en dat heeft zo z’n gevolgen voor de inrichting. De tuin is bijna een extra kamer, een 'buitenkamer', inclusief een haard, een salon, staanlampen, video, geluidsinstallatie, buitenkeuken …
Meer info over tuinen ontwerpen vind je op de volgende sites:
