de inspecteur
Ingrediënt: kiezelgoer
wo 13 apr. - 6:50

Heb je je al eens afgevraagd wat al die vreemde namen betekenen in de ingrediëntenlijsten van de producten in je kast? Lieven Scheire wel. Hij beet zich vast in het ingrediënt E551C.
Kiezelgoer: skeletten van kiezelwieren.
Sommige producenten gebruiken liever de benaming kiezelaarde, kiezelgoor, bergmeel of diatomaceous earth. Of E551C natuurlijk.
In z’n pure vorm is kiezelgoer een fijn wit poeder. Als je het echter onder de microscoop bekijkt merk je dat het eigenlijk gaat om de gefossiliseerde resten van kiezelwieren of diatomen (een soort algen).
Kiezelwieren hebben een uitwendig skelet. Het bestaat twee helften, die als doos en deksel in elkaar passen. Je kan het vergelijken met de schelp van schaaldieren, maar dan veel kleiner.
Sterft zo’n kiezelwiertje, dan blijft alleen het harde buitenskelet over. Na verloop van miljoenen jaren hebben al die skeletjes samen op de bodem van de oceanen een laag gevormd. Een dikke laag trouwens: volgens sommige bronnen beslaat de stof zo’n 26% van de aardkorst. Ze wordt ontgonnen in grote mijnen en vermalen tot fijn poeder.
Kiezelgoer is heel absorberend en kan op heel wat verschillende manieren gebruikt worden:
- Alfred Nobel maakte er dynamiet mee: door onstabiele nitroglycerine te laten absorberen door de kiezelaarde werd de springstof veel stabieler.
- Als poets-, polijst-, schuur- en slijpmiddel: in beton en tandpasta.
- Als filtermateriaal: in brouwerijen om bier te zuiveren en in zwembadfilters.
- Verder ook nog bij de productie van lucifers, verf
- Dierenliefhebbers kennen het misschien als bestrijdingsmiddel tegen vlooien in bijvoorbeeld gras. Het wordt ook gebruikt in diervoer of kattenbakvulling.
- Als je het in je compostbak of dierenhok giet, blijven parasieten en vliegen weg.