1 op 8 jongeren ondersteunt ouders financieel tijdens coronacrisis

Ongeveer de helft van de jongeren wordt stevig getroffen. Een studentenjob die wegvalt, minder zakgeld of moeten terugvallen op tijdelijke werkloosheid. Het strafste cijfer: 1 op 8 jongeren moet zijn of haar ouders financieel ondersteunen in deze crisis.

“Het zal dan vooral over jongeren gaan die nog thuis wonen", vertelt Yves Coemans van De Gezinsbond. "28% van de jongeren tot 30 jaar woont nog bij zijn of haar ouder(s). Uit dit kleine onderzoek weten we natuurlijk niet hoe de jongeren hun ouders ondersteunen. Dat kan zijn door tijdelijk geen of minder zakgeld te krijgen. Maar het kan ook zijn dat ouders vragen om eventjes financieel bij te springen, terwijl ze dat anders niet moeten doen. Die solidariteit binnen het gezin is wel mooi. Het is ook belangrijk dat ouders hun schroom opzij kunnen zetten en financiële problemen met hun kinderen kunnen bespreken. Dat is een belangrijk in het kader van hun financiële opvoeding.”

"Jongeren met meer financiële kennis hebben minder geldzorgen"

“Financiële opvoeding is meer dan alleen maar zakgeld uitdelen. Het gaat ook over geldzaken bespreekbaar maken, ook als het minder goed gaat. Jongeren met meer financiële kennis hebben minder geldzorgen. De ouders hebben daarin de belangrijkste rol. Maar we zijn blij dat financiële opvoeding ook opgenomen is in de eindtermen van het onderwijs. Ook zij kunnen daar een grote rol in spelen. Voorlopig is dat nog beperkt tot de eerste graad van het middelbaar. Dat mag van ons gerust uitgebreid worden. Hoe vroeger, hoe beter! Het is, jammer genoeg, ook nog geen volwaardig vak. Terwijl er wel voldoende over te vertellen valt. Maar let wel: financiële geletterdheid staat niet gelijk aan géén geldzorgen. Er blijft altijd een ‘pechfactor’. Een ziekte, professionele tegenslag, …”

Studentenjob in supermarkt

Niet alleen ouders, maar ook jongeren worden door de coronacrisis in het portemonnee geraakt. “Zeker de jongste jongeren hebben vaak een studentenjob. Dat is vaak in de horeca of de kleinhandel. Die zijn natuurlijk al lang dicht, de kleinhandel begint stilaan terug op te starten. Maar heel veel jobstudenten kunnen zij nu niet gebruiken. Mensen die net afgestudeerd zijn, vinden nu ook geen job. De jongeren die dan wel al financieel op eigen benen staan, hebben niet altijd een grote spaarrekening om een periode van tijdelijk inkomensverlies te kunnen overbruggen.”

Soms is er ook het omgekeerde verhaal. “Sommige jongeren werken als jobstudent in een supermarkt. Maar ze kunnen niet meer op stap gaan of gaan shoppen en geven daardoor minder uit. Zij kunnen nu meer sparen dan anders. Het maximaal aantal uren dat jobstudenten mogen presteren is ook even opgeschort omdat ze broodnodig zijn in de supermarkten. Daardoor kunnen ze soms meer werken dan anders.”