30 jaar na val Berlijnse Muur: "Nog altijd verliefd op de Trabant"
do 7 nov. - 11:00
Op het eerste gezicht is het een gewoon huis, met een garage ernaast. Maar als Marc de deur opent, gaat er een wereld open vol "Ostalgie": heimwee naar de DDR. Marc heeft in zijn huis een museum over de Trabant. Dat was de Oostduitse auto bij uitstek: klein en eenvoudig, maar beresterk. Wie een rondleiding krijgt wordt overdonderd met grote en kleine verhalen over het koetswerk, de motor, de mythe… Marc is wat je noemt een levende encyclopedie.
Miniaturen
In het museum van Marc staan niet alleen echte Trabantjes. “Ik heb ook een verzameling van intussen 1.700 miniaturen, allemaal Trabantjes. Die staan netjes uitgestald in vitrinekasten”, toont Marc fier. De grootte van de modellen varieert van piepkleine dingetjes tot flinke brokken die je met beide handen moet optillen. Marc toont zijn duurste model: “een groene Trabant met een sleuteltje om op te winden. Die werd destijds als speelgoed gemaakt voor de kinderen in de DDR. Ik heb een ongeschonden exemplaar, mét sleuteltje en met de originele verpakking!”
eindeloos veel Trabantjes in miniatuur
Gadgets
“Ik verzamel niet alleen echte Trabants en miniaturen”, voegt Marc er aan toe. “Ik heb ook talloze folders en 45 toerenplaatjes over de Trabant. Of wat dacht je van een Trabant-biertje? En hier aan het plafond hangt een ballon in de vorm van een Trabant. Die is destijds gemaakt voor een concert van U2 in Berlijn. U2-fans jagen erop, maar ik heb er ook één kunnen bemachtigen!” Minstens één keer per jaar trekt Marc ook naar een meeting van Trabant-liefhebbers in Duitsland. Het liefst bezoekt hij Zwickau, het stadje waar de auto destijds gebouwd werd.
45 toerenplaat van Sonja: "ein himmelblauer Trabant"
Nog eentje?
“De naam klinkt misschien wat vreemd, maar Trabant is eigenlijk een Duits woord voor trawant: een trouwe maat. En dat was de auto ook. Eenvoudig qua bouw en ook in het onderhoud. En het koetswerk was gemaakt van Duroplast, een soort plastic waardoor het koetswerk niet kon roesten.” Eigenlijk staat zijn museum vol, maar als Marc er nog eentje aangeboden krijgt, zal hij moeilijk neen kunnen zeggen tegen een nieuwe “Trabi” voor zijn collectie.