5 life hacks om je kind te leren fietsen: Daan Masset gebruikt een doek

Een stoffen doek

Het zoontje van presentator Daan Masset is vier. “Hoog tijd om hem te leren fietsen en dat zijn we aan het proberen met een doek.” Daan wikkelt een doek rond het middel van zijn zoon. “Eenmaal hij vertrokken is, loop ik naast hem mee. Als hij valt, dan zit hij veilig vast in de doek dat ik naar omhoog kan trekken. Het lukt al aardig. Alleen het vertrekken en stoppen zijn nog moeilijk.”

Een borstelstok

Caroline Naessens leerde haar kinderen fietsen met een borstelstok vastgemaakt aan het bagagerek. Dat is makkelijker dan het fietsje vast te houden aan de bagagedrager. Je moet je niet zo diep bukken. Zorg er wel voor dat die stuurstok stevig is vastgemaakt, niet in het wiel kan vastraken. Het beste wijst hij naar boven of lichtjes naar achter.

Zonder zijwieltjes

Jan Debla gaat voor de aanpak zonder zijwieltjes. “Met zijwieltjes leren kinderen hun evenwicht minder snel aanhouden. Dus ik heb mijn kinderen meteen met twee wielen leren fietsen.”

Heb je wel al zijwieltjes geïnstalleerd en is je kind eraan gehecht om vertrouwen te hebben, dan kan je ze ook al dan niet stiekem telkens wat hoger zetten. Zo heeft je kind minder steun maar toch nog het gevoel van veiligheid van die zijwieltjes. Op een bepaald moment zullen ze gewoon boven het asfalt zweven en fietst je kind dus op twee wielen zonder het goed en wel te beseffen.

Loopfiets

Je kent ze wel: die houten loopfietsen in de allerhipste vormen. Die zijn ook een heel goede aanzet om te leren fietsen. Zo leren ze al heel snel hun evenwicht houden op twee wielen. Je kan ook van een gewone fiets de pedalen afhalen als je geen extra fiets - ook al is het een hippe loopfiets - in de gang wil staan hebben.

Veilige plek

Lut Vandezande leerde op de E313 fietsen. “Die was toen in de maak. Mijn twee jaar jongere broer leerde het op de E314.” En daarmee zegt Lut ook hoe belangrijk het is om je kind te leren fietsen op een rustige plek. Ga niet voor de smalle stoep of de drukke straat met voorbij sjezende auto’s. Ga voor het jaag- of wandelpad, de doodlopende straat of de lege parking.