De Rotonde
Aagje Vanwalleghem in De Rotonde over haar eetstoornis: “Ik wil het taboe doorbreken”
ma 9 dec. - 9:00
Taboe
Aagje Vanwalleghem speelde als topsporter een ware pioniersrol en zette de Belgische gymnastiek mee op de kaart. Jong, gedreven en extreem gedisciplineerd. Naast veel trainen moet je als topsporter ook letten op je voeding. "Ja, mijn voeding... Niet alleen bij mij ging dat te ver, maar ik durf er over spreken. Toen sprak ik daar niet over, nu wel. Omdat ik weet dat er heel veel sporters en topsporters diezelfde uitdaging hebben om met hun gewicht bezig te zijn. Dat is nog altijd zo een taboe. Met dit te vertellen wil ik moed geven aan andere topsporters om daar iets aan te doen. Ze moeten er niet per se zelf over vertellen, maar er gewoon mee aan de slag te gaan.”
Eetstoornis
Christel Van Dyck vraagt zich af of Aagje haar disciplinaire omgang met eten eigenlijk te categoriseren valt onder een eetstoornis. “Ja, het was een eetstoornis die gebonden was aan presteren. Het moment dat het presenteren weg viel, dan was dat voor mij opgelost. Gelukkig! Ik heb daar nu ook geen problemen meer mee, maar er zijn andere sporters die daar nu nog de gevolgen van dragen. Het was een fout van mijn entourage, ik geef dat echt heel eerlijk toe. Ik denk dat veel personen weten dat ze daar een serieuze steek hebben laten vallen. Als je op hoog niveau sport, dan weet je als ouder vaak niet waar je kind mee bezig is. Je bent zo vaak weg met je trainer en de medische begeleiding, als ouder besef je te weinig wat er allemaal gaande is. Het is belangrijk dat er medische begeleiding is en dat de trainers daar oog voor hebben."
4 keer per dag op de weegschaal
“Verstopte je je eetprobleem voor de buitenwereld?”, vraagt Christel Van Dyck zich af. “Als je niet meer wil eten, dan kan je dat niet verstoppen denk ik. Ik weet niet of ze het gezien hebben. Op een bepaald moment werden onze prestaties puur gelinkt aan ons gewicht. Wij moesten soms vier keer per dag op de weegschaal gaan staan. In de ochtend wogen wij logischerwijs het minste. Na de training moesten wij terug op de weegschaal gaan staan, wij wogen toen altijd minder. Dat wil eigenlijk zeggen dat je te weinig gedronken hebt. Nadien gingen wij naar school, waar we 's middags ook aten. Voor onze tweede training moesten wij allemaal terug op de weegschaal gaan staan. Je was dan uiteraard iets zwaarder. Het kleinste kind begrijpt dat, maar onze trainers begrepen dat niet. Die riepen dan op ons. Als je toen ergens van af viel of er lukte een oefening niet, dan was dat door je gewicht. Zo creëer je uiteraard een probleem rond voeding.”
Dikke koe
“De manier waarop je iets aanbrengt is belangrijk. Als je zegt: 'we moeten eens samenzitten om te kijken of we je voedingspatroon eventueel kunnen bijsturen', dan is dat goed gekaderd. Jammer genoeg kregen we 'dikke koe' of dergelijke te horen." Aagje had een olifantenhuid gekweekt en kon het relatief plaatsen. "Collega-gymnasten zijn daar echt aan onder door gegaan. Ik ken mensen die ook na hun sport daar nog van afzien. Gelukkig was ik zeer extravert: als het mij niet ging, dan zei ik het. Maar ik heb veel collega-gymnasten zien afhaken."