Alles wat je moet weten over zomer- en wintertijd

Wintertijd

• Voor de duidelijkheid: het is de zomertijd die afwijkt van het normale stramien.
• Als we de klok nooit hadden doorgedraaid, leefden we altijd op het ritme dat we nu kennen als wintertijd.
• Die zomertijd was ooit een oorlogsuitvinding. Om kolen te besparen voerde de Duitse bezetter in 1916 in ons land de zomertijd in.
• Het principe werd opnieuw ingevoerd in 1977 tijdens de eerste oliecrisis, met als doel energie besparen.
• De achterliggende gedachte was: het blijft langer licht, dus we kunnen tijdens de zomer besparen op verlichting.
• Maar die besparing wordt teniet gedaan doordat we ’s ochtends vaker onze verwarming opzetten.
• Intussen deed ook de airconditioning z’n intrede, en die moet ’s namiddags een uur langer werken om alles koel te houden.
• Conclusie: we besparen met het zomeruur zo goed als geen geld. Voor onze energiefactuur hoeven we het dus niet meer te doen.

Niet zo best voor het lijf

• Voor je lichaam is zo'n halfjaarlijkse omschakeling ook niet zo'n goed idee.
• Je weet ongetwijfeld wat een uur slaapverschil doet met je bioritme.
• Heel wat mensen slapen een weekje minder goed. Er is volgens wetenschappers zelfs een licht verhoogd risico op hartproblemen.
• Daarom wou de Europese Unie in 2019 de zomer- en wintertijd afschaffen. Dat is niet gebeurd. Het plan staat zelfs niet langer op de agenda. 

Wat hadden we dan moeten kiezen?

De zomertijd heeft alvast één duidelijk voordeel. We kunnen in de warme maanden tot 10 uur 's avonds in het licht buiten zitten. Onder andere de horeca is daarom voorstander.

Maar er zijn ook nadelen aan de permanente zomertijd: in de winter is het 's ochtends heel lang donker. Op 1 januari bijvoorbeeld zou de zon maar opkomen om 9:45 uur. Niet ideaal voor de ochtendspits of voor mensen die buiten werken.

Slaapexperts verkiezen de permanente wintertijd. Licht is de belangrijkste factor voor ons bioritme. In het donker opstaan is slecht voor onze slaap. Dus hoe langer het donker blijft, hoe slechter.

Ook astronomen zijn pro-wintertijd. Want in principe moet de zon om 12 uur 's middags op het hoogste punt staan. We wijken daar sowieso al vanaf. In de zomertijd bereikt de zon haar hoogste punt om 14 uur, in de wintertijd om 13 uur. Dat laatste sluit daar nog het meeste bij aan.