Apenpokken: Wat is het? Hoe krijg je het? En kan je ervan genezen?
vr 20 mei - 7:36

Het apenpokkenvirus dook al op in Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Zweden, Canada, de Verenigde Staten en nu dus ook in ons land.
Wat is het?
Apenpokken zitten in dezelfde virusfamilie als de gewone pokken. Het is een virusinfectie die vooral in West- en Midden-Afrika voorkomt bij knaagdieren. Bij mensen verloopt de ziekte meestal mild.
De verschijnselen van een besmetting met apenpokken lijken op die van een besmetting met pokken, maar is over het algemeen minder hevig. Dit zijn de eerste symptomen:
- koorts
- hoofdpijn
- spierpijn
- gezwollen lymfeklieren
- rillingen
- moeheid
Na 1 tot 3 dagen krijg je uitslag die vaak in het gezicht begint en die zich al snel over het hele lichaam verspreidt. Deze uitslag bestaat eerst uit vlekken die overgaan in blaasjes. De blaasjes worden korstjes en vallen na 2-3 weken van de huid af.
Hoe krijg je het?
Isabel Brosius, onderzoekster aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen, in vertelt in het programma "Laat" dat lichamelijk contact een boosdoener is: “Met de gegevens die we nu onderzoeken, lijkt het erop dat er nauw lichamelijk contact nodig is om het te verspreiden.”
De metro dan maar weer vermijden? Dat hoeft niet. “Op basis van de informatie die we nu hebben, denken we dat een wijde verspreiding naar de algemene bevolking eerder klein is”, zegt Isabel Brosius.
Kan je ervan genezen?
De meeste patiënten genezen al na enkele weken. In uitzonderlijke gevallen worden besmette mensen ernstig ziek. Volgens de huidige statistieken is de variant die vooral in West-Afrika voorkomt dodelijk voor ongeveer één op de honderd gevallen. De Congolese variant is dodelijk voor één op de tien gevallen.
Dat lijkt een hoog risico, maar bij eerdere uitbraken in Europa en de VS zijn nooit eerder sterftegevallen gemeld. De gegevens zijn gebaseerd op uitbraken in Afrikaanse landen, waar de gezondheidszorg soms minder goed is en waar soms enkel de ernstige gevallen worden meegenomen met de cijfers.
Bronnen: vrt nws, rivm