Björn Soenens gaat door: “Ik rookte 40 jaar lang 15 sigaretten per dag, dat zijn er 200.000 in totaal"
björn soenens gaat door
ma 15 mei - 8:00

Tegen kanker kan je niet vechten. Tegen de teleurstelling dat je kanker krijgt, wel. Je kan ook spijt hebben over je manier van leven. Het voelt alsof iemand je een flinke mep geeft, maar ik aanvaardde het verdict opvallend rustig.
"Het is godverdomme je eigen schuld"
Een collega schreef mij vol liefde en boosheid: "Het is godverdomme je eigen schuld. Je had maar niet moeten roken. Godverdomme Björn."
“Ik rook ook”, schreef de collega, “Vaak. Ik stop vaak, maar ik herbegin ook vaak.”
Ik beken: ik heb lang en veel gerookt. Van mijn zestiende, in 1984, tot een dag of vijftig geleden. Tot ik mijn longkankerverdict kreeg, in een ziekenhuis in New York op 20 maart.
Ik heb het uitgerekend. Bijna veertig jaar heb ik gerookt aan 15 sigaretten per dag. Dat zijn er zo’n 200.000. Ik heb altijd geweten dat roken niet gezond was, maar ik was verslaafd. Het ‘weten’ werd weggemoffeld. Sigaretten zijn een zeer verslavende drug. Je geraakt er moeilijk vanaf.
Ik maakte mezelf tientallen jaren lang allerlei dingen wijs: een sigaret is gezellig, verhoogt de creativiteit, het zorgt voor een betere focus, het ontspant na de stress, enzovoort. Dat doet een verslaafde voortdurend. Ik had ook een rokershoest en een lijf dat rook uitwasemde. Ik heb mijn vrouw en kinderen vaak zien piekeren over mijn roken. "Dit gaat ooit slecht aflopen", zag ik ze denken. Hun ergste nachtmerrie, werd verdorie ook nog eens de waarheid.
Roken was in feite Russische roulette spelen tot je het doodvonnis zou krijgen, in de vorm van een hartaanval, beroerte of een longtumor. Het werd de longtumor. 54 jaar oud was ik. Fout gegokt, bingo.
Longkanker... Eigen schuld, denk ik. De dokters vermoeden het, maar durven het niet echt met zekerheid zeggen.
"Een Belga rook je nooit alleen!"
85 procent van de mensen die longkanker krijgen, roken of hebben gerookt. Er is geen weg naast. Mijn oncoloog gaf me wel nog een excuus: ik kwam uit een tijdperk waar er nog overal werd gerookt. Op mijn college in Izegem, mocht je zelfs roken vanaf je vijftiende.
Ik hield zo veel van sigaretten. Nu haat ik ze niet, maar ik verban ze uit mijn leven.
Er was overal reclame voor roken. Ik kom uit een tijdperk waar zelfs wielrenner Eddy Merckx sigaretten promootte. Ik weet het nog, het was voor het merk R6. Onze beste hoogspringer Eddy Annys pafte sigaretten voordat hij in 1985 over 2 meter 36 sprong.
Tijdens mijn eerste vliegreis naar Amerika in 1986, werd er overal op het vliegtuig gerookt. Ik zoek geen excuses, maar die tijd was het. Waar men op recepties niet enkel met drank rondging, maar ook met schalen vol sigaretten van alle soorten merken. Roken was deel van opgroeien en volwassen worden. Nu weten we beter. Intussen was ik verslaafd en bleef ik verslaafd. Het is makkelijk om rokers verwijten te maken. Dat zet geen zoden aan de dijk. Het helpt niemand.
"Ik verban sigaretten uit mijn leven"
Ik droom nu nog soms van sigaretten. Ook al ben ik al twee maanden gestopt met roken. Ik hield zo veel van sigaretten. Nu haat ik ze niet, maar ik verban ze uit mijn leven. Ik wil niet zo’n kerel zijn die mensen die roken veroordeelt, omdat ik zelf ben gestopt. Dat is flauw en kleinzielig. Hervallen zou menselijk zijn, maar ik wil het niet.
Ik kan enkel zeggen, de sigaret heeft mij wellicht kanker gegeven. Probeer er dus vanaf te blijven, hoe ongelofelijk lastig dat ook is. Ik wil niet terug naar de wereld van sigaretten. De sigaret heeft me bijna vermoord. Ik ga die tweede kans niet verprutsen.
De oncoloog heeft me op 8 mei verteld dat ik geen chemo, geen bestraling of immuuntherapie nodig heb. Wat een opluchting.
Blijf intussen lief voor elkaar, zolang het nog kan. En blijf van de sigaretten af.
Tot volgende week.