Björn Soenens gaat door: "Soms wil ik negeren dat ik ziek ben. Ik ben meer dan een gehavend lichaam"
björn soenens gaat door
za 15 apr. - 10:00

Ik geef het niet graag toe, maar eigenlijk ben ik vooral lichaam nu. Meer: soms ben ik alleen maar lichaam. Zonder lichaam is al dat andere menselijke niet meer mogelijk: presteren, functioneren, doen, zien, reizen, bespiegelen, discussiëren. Ikzelf ben enkel lichaam nu. Erg fijn vind ik dat niet, maar soms zegt het lichaam "stop", "nee". Je lichaam weet veel en het liegt zelden. Soms is dat vreselijk. Als je kanker krijgt bijvoorbeeld, is dat je essentie. Je vecht voor lijfsbehoud.
Wat je ook nog over de wereld zegt, mensen brengen je terug naar je essentie, je lichaam dat tegensputtert en je lijf dat hapert. Ik lijk wel het voorwerp van een soort monumentenzorg. Naar de rest wordt in feite niet meer zo geluisterd. Je zit in de ziek-zone, de kankerzone. Ik vind dat soms lastig.
Soms wil ik negeren dat ik ziek ben. Ik verzet me tegen het label "nu ben je ziek Björn, en dat is je identiteit". Ik voel me zo veel meer dan alleen maar gehavend, beschadigd, aangetast, op de afrit naar de dood.
Heel mijn leven is een gevecht tegen vergeten en vergeten worden. Een strijd tegen het onvermijdelijke. Dat ultieme taboe: dood. Terwijl dood gewoon normaal en deel is van het leven. Iets waar we zo graag onder, boven of naast kijken. Onterecht. Doodgaan hoort erbij, maar ik ben er nog niet klaar voor. Laat dat duidelijk zijn.
In ons leven hebben we vaak een route die we alleen maar rechtdoor zien. Op de snelweg. Nu zegt mijn leven: vriend, je gaat nu verplicht de afrit nemen. Je gaat die pitstop niet overslaan.
Kanker krijgen is zeer confronterend. Je kijkt de eindigheid recht in de ogen. Ik begrijp de boodschap: man, neem jezelf toch niet zo ernstig. Man, je hoeft even niet relevant te zijn. Of Amerika-expert of wat dan ook. Björn is nu lichaam geworden. Björn is nu, arm, aan het infuus met een tumor op de rechterlong. Toen ik deze week een PET-scan kreeg met contrastvloeistof en radioactieve suiker in mijn bloed gespoten kreeg, toen ik de mond open moest sperren voor een bronchoscopie, was ik totaal en alleen maar lichaam. Alleen maar lichaam.
Ik moest en ik moet er mij bij neerleggen. Ik ben als lichaam naar de garage gebracht. De keuring laat me even niet door. Eerlijk, het doet me nog liever leven. Soms ben je in het leven blind, ook al zie je. In ons leven hebben we vaak een route die we alleen maar rechtdoor zien. Op de snelweg. Nu zegt mijn leven: vriend, je gaat nu verplicht de afrit nemen. Je gaat die pitstop niet overslaan.
"Ik slaag er totaal niet in om ook maar één moment van bitterheid of woede te voelen. Dit is gewoon het leven zoals het is"
Het doet soms zeer jezelf teruggebracht te zien tot de naam van die ziekte, in mijn geval kanker. De ziekte kan je niet helemaal losmaken van je persoon. Niet meer. Het is nu deel van mijn levensverhaal. Een verhaal dat meandert en verandert, zoals elk leven. Ik slaag er tegelijk totaal niet in om ook maar één moment van bitterheid of woede te voelen. Dit is gewoon het leven zoals het is. Ik ga die pitstop niet overslaan.
Sta met z'n allen maar even stil. Ik groet u allen. Sta allemaal even stil. Er is in feite niets gezonder dan dat, dan even de tijd stop te zetten en even de oogkleppen van het leven af te zetten. Intussen, wees lief voor elkaar, zolang het kan.
Tot de volgende keer.
Heb je zelf een vraag over kanker? Lees hier verder.