Björn Soenens gaat door: "Veel mensen kijken naar mij alsof ik niet meer lang te leven heb"
björn soenens gaat door
ma 8 mei - 4:00

Leven is vechten tegen chaos en verval. Ziek worden, confronteert je met aftakeling. Ons onvermijdelijke lot. Ik probeer orde in de chaos te brengen, door niet stilletjes in een hoekje te blijven zitten, maar door mijn ervaringen met u te delen. Het creëert voor mezelf de illusie van een beetje orde in de chaos. Als de dingen je ontglippen, ze vasthouden in woorden, die je deelt met de buitenwereld. Dat helpt.
"Er zijn er die vinden dat ik ziek moet zijn in stilte"
Aan de honderden verhalen die mensen met me delen over hun kanker, merk ik de nood aan delen en de nood aan lotgenoten hebben. Troost van de ontmoeting, de hoop van herstel tegen de woeker van het kanker.
Zeker, er zijn er die vinden dat ik mijn kop moet houden. Dat ik even het zwijgen zou moeten toedoen. Even mijn kop houden, en ziek zijn in stilte. Buiten de schijnwerpers. Het is niet de aard van het beestje. Ik ben niet voor niets mijn leven lang een reporter. Ik beschrijf wat ik zie, wat ik hoor, wat ik ruik, wat ik voel. Het verschil is, nu ben ik reporter van mijn eigen leven. En ik schaam me er niet over. Het doet me zelfs sneller genezen, denk ik zelfs. Ook al sta ik al enkele weken en maanden aan de zijlijn. Ik denk zelfs dat rapporteren over ziekte, meer dan welk onderwerp ook, net over de essentie van het leven gaat. Nieuwsonderwerpen staan vaak buiten het leven. Dit is het leven zelf. De vriendelijkheid tussen mensen, elkaar helpen, elkaar groeten, elkaar sterkte toewensen. De naakte essentie van het menselijke bestaan.
Wat ik raar blijf vinden, is hoe zwaar het woord ‘kanker’ nog altijd weegt. Ook al ga ik mijn longkanker hoogstwaarschijnlijk overleven, na het wegsnijden van die kwaadaardige tumor. Ontzettend veel mensen blijven naar mij kijken alsof ik waarschijnlijk niet meer lang te leven heb. Kanker heeft dat effect. Als ik mensen geruststel dat ik dit door ga komen, zie je ze toch twijfelen. Je ziet ze bijna ‘ocharme’ denken. Het ontroert mij elke keer om dat te zien en dat te ervaren. En ja, het leven is nu echt anders: de onderzoeken, het ziekenhuis, de pijn, de nazorg, de spuiten, de revalidatie, het snel uitgeput zijn, niet je volle krachten bezitten. Ik onderga het. Ik aanvaard het. Ik verzet er mij niet echt tegen.
Plots denk je na over al je eigen ambities. Is het dat allemaal wel waard?
"Kanker doet je leven vreselijk wankelen en daveren, terwijl de wereld gewoon doordraait"
Kanker doet alles wankelen. Het is niet zomaar het werk en de routine onderbreken en snel erna weer de draad oppikken. Het is een zeer ingewikkelde en verwarrende toestand. Mijn thuis was en is al zes jaar Amerika. Nu ben ik plots weer voor maanden in België en verblijf ik op verschillende plaatsen tijdelijk om te herstellen. Mijn vrouw en ik weten niet goed waar ‘thuis’ is nu. Ook al voelen we ons ontzettend gastvrij onthaald. We zijn dicht bij familie en vrienden hier, maar we missen ook ons huis en onze thuis in de VS en onze vrienden daar. Dat heeft kanker ons gelapt.
Je moet onderhandelen met allerhande instanties over ziektekosten, ziekenfonds, je loon na één maand ziekte, je expatvergoeding, over hoe het verder moet. Misschien zitten er sommigen al te azen op mijn correspondentschap. Zo gaat dat. Kanker doet je leven vreselijk wankelen en daveren, terwijl de wereld gewoon doordraait.
Plots denk je na over al je eigen ambities. Is het dat allemaal wel waard? Wil je wel terug voluit naar je vroegere leven, je werk zoals het was, dat helse ritme. Het spookt allemaal door mijn hoofd. Soms voel ik een soort vreemde heimwee naar alle levens die ik had kunnen leven, maar nooit heb geleefd. Zal ik na de kanker nog bullshit kunnen verdragen. Wil ik ooit nog de gijzelaar zijn van de haters en de trollen op het internet, of laat ik het allemaal los? Kan ik nog om met middelmatigheid of maak ik me voortaan nergens nog druk om?
Ik zal blijven geloven dat hartstocht een mens doet leven. Dat braaf zijn in een hoekje bestaan, enkel rekt. Kanker krijgen heeft dus de zaken nog wat scherper gesteld. Laten we intussen lief blijven voor elkaar, zolang het nog kan.
Om het met mijn favoriete dichter Pablo Neruda te zeggen: laten we voor en met mekaar doen, wat de lente doet met de kerselaren.
Tot volgende week.
Vragen over kanker? Check deze pagina.