
de inspecteur
Co-ouderschap en schoolkeuze
wo 10 jul. - 5:30

We kregen een korte vraag van Jan in onze helpdesk: Hij heeft 2 kinderen in verblijfs-co-ouderschap (gelijkmatig verdeeld verblijf) met zijn ex- vrouw. Maar die vrouw is naar een andere stad verhuisd en Jan vraagt zich nu af wat zijn rechten en plichten zijn in de schoolkeuze voor de kinderen. De kinderen zitten in de lagere school.

Wat in de volksmond co-ouderschap heet, is officieel in de wet het ouderlijk gezag dat ouders samen delen. Ongeacht hoe de verblijfsregeling is verdeeld. Of het nu een hoofdverblijf bij de ene ouder is of een “gelijkmatig verdeelde verblijfsregeling" van de kinderen. De schoolkeuze moet altijd samen genomen worden.
Wanneer, bij gelijkmatige verdeelde huisvesting, een ouder zijn of haar kind komt inschrijven, mag de school ervan uitgaan dat dit gebeurt met de instemming van de andere ouder. Maar als de school weet dat de ene ouder het niet eens is met de schoolkeuze van de andere ouder, dan weigert de school het kind in te schrijven. Als er een schriftelijke toestemming van beide ouders is, of een beslissing van de jeugdrechtbank, dan kan het wel.
Als de ene partner wenst te verhuizen, ongeacht de verblijfsregeling, mag dit het co-ouderschap en de omgangsregeling niet bemoeilijken.
En de moeder zal dus samen met Jan een compromis moeten zoeken voor de schoolkeuze.
Gewoonlijk is dat gelijkmatig verdeeld verblijf opgedeeld in weken. De ene week bij mama, de andere bij papa. En de wissel is gewoonlijk op woensdag of in het weekend.
Advocate Liliane versluys geeft enkele tips voor de schoolkeuze, maar ja ze zegt erbij dat het natuurlijk moeilijker is als de ouders ver uit elkaar wonen, zeker als de kinderen nog klein zijn: “Eens ze aan de middelbare school beginnen, kun je overwegen om ze met het openbaar vervoer (bus, trein), naar school te laten gaan.
De ouder die een verandering brengt in de situatie zal zijn uiterste best moeten doen om een compromis te zoeken met de andere ouder. De rechters hebben immers een sterke voorkeur om de kinderen in hun vertrouwde omgeving te laten."
Voor oudere kinderen kunnen de ouders een school vinden die min of meer in het midden van de woonplaatsen ligt. En als het niet te moeilijk of te ver of te lang is voor het kind om daar te geraken, dan zullen rechters dat wel ondersteunen, volgens meester Versluys.
“Het probleem ligt vooral bij de leeftijd van de kinderen. De moeder maakt weinig kans bij de rechter als ze deze wil overtuigen dat de kinderen beter in haar nieuwe stad naar school gaan dan bij de vader."
Meester Versluys geeft de mama wat raad: “Het is in dit geval de taak van de ouder die verhuist om de problemen die dat meebrengt op te lossen. Het meest haalbare lijkt me dat, tot de kinderen aan de middelbare school beginnen, de kinderen op hun oude school blijven."
"De moeder kan de kinderen toch nog veel bij zich hebben als ze bereid is over te stappen naar een ongelijkmatig verdeelde huisvesting, bijvoorbeeld van 4 dagen/10 dagen, of van 5 dagen bij haar en 9 dagen bij de vader."
“We moeten erbij zeggen dat de moeder die verhuist de extra-last van het halen en brengen van de kinderen naar school of hun vader zal moeten dragen."
Dus een goede verstandhouding en wat begrip voor mekaars problemen zou de ouders moeten helpen onthouden dat ze nog altijd samen ouders blijven, ondanks de scheiding.