De Kennedytunnel is 50 jaar: een belangrijke verbinding van Antwerpen naar Gent
vr 31 mei - 7:40

Waarom was het nodig?
Door de steile economische groei in de jaren zestig van de vorige eeuw nam het inkomen van de gezinnen in die tijd sterk toe. Steeds meer mensen konden auto’s kopen en ze gebruikten die ook. In de jaren zestig en zeventig kwam de bouw van nieuwe snelwegen dan ook in een stroomversnelling.
Halverwege de jaren zestig zaten de toenmalige steenwegen naar Antwerpen al overvol met auto’s en vrachtwagens. Dat leidde toen tot files maar vooral tot veel verkeersongevallen. Eén van de grootste flessenhalzen was de Waaslandtunnel, gebouwd in de jaren dertig. Dat was toen de enige autoverbinding onder de Schelde.
Aansluiting naar Gent
De overheid vond het hoog tijd voor de aanleg van een nieuwe autoring rond de stad, de huidige R1. Die moest auto’s uit Antwerpen houden. Het koninginnenstuk van de nieuwe ring was de Kennedytunnel. Die zou de R1 laten aansluiten met de E3 (vandaag de E17) naar Gent. De bouw van de tunnel nam 5 jaar in beslag. De ingenieurs pasten een bijzonder procedé toe: op de bodem van de Schelde groeven ze een sleuf uit waarin betonnen tunnelonderdelen werden verzonken. Die werden dan verbonden met de uitgegraven tunnelmonden op beide oevers.
Met de trein van Gent naar Antwerpen
Op 31 mei 1969 was de tunnel klaar en kon de hele ring open gaan. Gelukkig dacht de overheid ook aan de toekomst: in dezelfde betonnen constructie zaten ook een fiets- en treintunnel. Dat was een kleine revolutie: voor het eerst kon je met de trein rechtstreeks van Gent naar Antwerpen rijden. Voor die tijd stopten de treinen in een kopstation op linkeroever en dan moest je via de Sint-Annatunnel te voet naar het centrum.
Je kan op drie manieren onder de Schelde. De Liefkenshoektunnel, de Waaslandtunnel en de Kennedytunnel. Daar komt over een paar jaar nog een vierde bij. De Scheldetunnel die deel uitmaakt van de Oosterweelverbinding.

