Discussies over de huurwaarborg

Een appartement of huis huren verloopt niet altijd zonder problemen. Ook wanneer het huurcontract afloopt, kunnen er al eens discussies zijn, bijvoorbeeld over de waarborg. Die situaties wil de Inspecteur vermijden en oplossen.

Geblokkeerde rekening

Op het moment dat je een huurcontract afsluit, moet je altijd een waarborg storten. Je bent wettelijk verplicht om die waarborg op een geblokkeerde rekening bij de bank te zetten. Zowel huurder als verhuurder tekenen voor die rekening en het bedrag wordt dan vastgezet. Aan het eind van de huurperiode wordt de waarborg dan vrijgegeven. Als er huurschade is, dan zal de verhuurder de volledige waarborg of een deel ervan kunnen opeisen. Als dat niet zo is, krijgt de huurder het bedrag gewoon terug.

Soms vraagt een verhuurder toch om de waarborg op zijn of haar privérekening te storten. Wettelijk gezien mag dat dus niet, maar er bestaan geen sancties voor. Daarom gebeurt het toch nog steeds. Als huurder durf je misschien niet weigeren als je zoiets gevraagd wordt. Dan heeft Geert Inslegers van het Vlaams Huurdersplatform een goede tip: stort de waarborg gewoon op de privérekening van de verhuurder. Als de huurtermijn ingaat, zeg dan dat die waarborg die je al gestort hebt, gezien moet worden als huur en dat je de waarborg graag nog op een geblokkeerde rekening wil zetten. De contracten zijn dan al getekend en de verhuurder mag die vraag niet weigeren.

Extra waarborg?

Soms wil een verhuurder bovenop de maandelijkse huur nog een waarborgsupplement vragen. Dan betaal je elke maand nog een extra waarborg voor bijvoorbeeld de elektrische toestellen die in de woning aanwezig zijn of voor de schilderwerken.

Zo’n maandelijks supplement is absoluut verboden. De waarborg die je op voorhand betaalt moet de eventuele huurschade dekken. Als er dus zo’n extra waarborg in je huurcontract opgenomen is, dan mag je vragen om dat te laten schrappen. Je bent in geen geval verplicht om zo’n extraatje te betalen.

Schade door ouderdom of slijtage kunnen trouwens nooit op de huurder verhaald worden, daarvoor is de verhuurder altijd zelf verantwoordelijk.

Opzegtermijn

Als huurder kan je het huurcontract opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden. Natuurlijk kan je voor die drie maanden al uit de woning gaan, maar dan ben je wel verplicht om tijdens die termijn huur te blijven betalen en de woning te onderhouden. Als bijvoorbeeld de leidingen barsten door de vrieskou, dan ben je als huurder nog steeds verantwoordelijk.

Daarnaast moet je bovenop die huur soms een extra schadevergoeding betalen:

• Als je opzegt tijdens het eerste jaar van het huurcontract, betaal je een vergoeding van drie maanden huur;
  
• Als je tijdens het tweede jaar opzegt, betaal je twee maanden huur extra;
  
• Als je tijdens het derde jaar opzegt, betaal je één maand huur extra.

Plaatsbeschrijving

De verhuurder mag de waarborg inhouden als er sprake is van huurschade, dat wil zeggen dat de huurder schade heeft aangericht aan de woning. Als er een plaatsbeschrijving is opgemaakt aan het begin van de huurperiode, is die eventuele schade makkelijk vast te stellen wanneer het contract afloopt.

Als er geen plaatsbeschrijving is opgemaakt, ontstaan er makkelijk discussies over eventuele huurschade. Daarbij ligt de bewijslast bij de verhuurder, als huurder ben je in dat geval dus wat beter beschermd. Maar dat betekent niet dat je nooit zal opdraaien voor schade. Wanneer er bijvoorbeeld een ruit stuk is, dan neemt het gerecht aan dat je de woning niet in die staat zou beginnen huren. Waarschijnlijk zal de schade dus wel tijdens de huurperiode aangericht zijn en dan is de huurder verantwoordelijk.