Gemeenten en provincies langs N70 overleggen over inplanting baanwinkels

De kleinhandelaars in de gemeenten langs de N70 zijn niet altijd blij met de komst van de baanwinkels. Maar, je kan het een ondernemer ook niet kwalijk nemen dat hij een goeie plaats zoekt om zijn zaak te vestigen. Er moet een evenwicht zijn tussen de winkels in de gemeenten en de winkels langs de weg, zegt schepen Ann Van Damme van Zwijndrecht. Zij spreekt namens alle gemeenten langs de N70 die samen met de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen het plan hebben om met elkaar te overleggen over de inplanting van de winkels.

Het zou bijvoorbeeld kunnen dat de gemeente Beveren winkels langs de weg wil bouwen tot vlak aan de grens met Zwijndrecht. En het zou kunnen dat Zwijndrecht liever een buffer inbouwt langs die gemeentegrens en zich richt op de handel in de gemeente zelf. In zo'n gevallen is het een meerwaarde dat er kan overlegd worden met elkaar en dat de gemeenten de visies over hun economisch beleid op elkaar kunnen afstemmen, zegt de schepen.  "Je kan met de buurgemeenten samen zitten en uitleggen wat jouw visie is en kijken of de andere daarin kan meegaan."

"Dat betekent niet dat we ons gaan bemoeien met wat er in pakweg Lochristi gebeurt, of in Beveren, maar het gaat erom dat we kunnen overleggen en de visies op elkaar afstemmen over wat gebeurt langs de gemeentegrenzen." 

De gemeenten kunnen bijvoorbeeld afspraken maken over voorwaarden die ze zouden kunnen opleggen aan ondernemers die zich willen vestigen. En in een latere fase moet het mogelijk zijn dat er bijvoorbeeld overlegd wordt over ruimtelijke uitvoeringsplannen. "We kunnen van elkaar leren", zegt de schepen, "over hoe we de dingen formuleren, hoe we compensaties aanpakken."