Het CLB: oppermachtig of toch niet?

We kregen een mail van een luisteraar die een zoon heeft met een autisme spectrumstoornis. De luisteraar vraagt zich af hoever de macht van het CLB - het Centrum voor Leerlingenbegeleiding - reikt bij de keuze van een bepaald schooltype, aangepast aan de handicap van zijn zoon. Kan het CLB een kind dwingen om tegen de zin van de ouders naar een bepaald schooltype te gaan? Ouders kennen hun kind toch het beste? De luisteraar zegt dat veel ouders met dezelfde vraag zitten.

Het is inderdaad alleen het CLB dat bevoegd is om een attest af te leveren dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs of het geïntegreerd onderwijs (= een samenwerkingsvorm tussen het gewoon onderwijs en buitengewoon onderwijs waarbij de leerling begeleiding krijgt in een gewone school). Dat attest is gebaseerd op een diagnostisch traject dat begint bij het schoolgebeuren en waarbij zowel de ouders als het kind worden betrokken.

Als alle mogelijkheden in het gewoon onderwijs zijn uitgeput, kan blijken dat een overstap naar het buitengewoon onderwijs moet worden overwogen. Dat is aan regels en dwingende voorwaarden gebonden. Voorbeelden van type 2 is een IQ van minder dan 50, van type 4 is motorisch gehandicapt, van type 7: gehoorproblemen…
Er zijn inderdaad soms grote problemen met kinderen met autisme of ADHD. Zij passen niet echt in de typeringen. Het is niet zo eenvoudig om een kind in een bepaalde typologie onder te brengen.

Uiteindelijk beslist het CLB over een typologie, geeft het een ticket dat toegang geeft tot het buitengewoon of GON-onderwijs en adviseert het CLB een bepaalde school. Maar zijn het de ouders die beslissen naar welke school (dat het type aanbiedt dat CLB aanbeveelt) ze hun kind zenden.

Bij autisme kan er discussie zijn over het type school dat het meest geschikt is en is er een verschillend aanbod van scholen.

Als ouders niet akkoord gaan met het type en toch een school van hun keuze / type bereid vinden om hun kind in te schrijven, gebeurt dat onder opschortende voorwaarde.

En wat met de A, B en C-attesten die binnenkort weer worden uitgereikt?

Het einde van het schooljaar is in zicht en dan worden de rapporten en de attesten uitgereikt.

Maar het is niet het CLB dat beslist over een attest, maar de klassenraad. Het CLB kan alleen de klassenraad adviseren.

• A-attest: de leerling gaat over naar het volgende jaar en is volledig vrij in de keuze van de studierichting
  
• B-attest: de leerling mag overgaan naar het volgende jaar, maar moet zich bij de keuze van de studierichting houden aan de beperkingen die de klassenraad oplegt (bv. geen richtingen met meer dan x uur wiskunde in ASO of geen enkele richting in ASO)
  
• C-attest: de leerling moet overzitten.

Zo’n attest is bindend voor de leerling.

Er bestaat een beroepsprocedure tegen B- en C-attesten. Deze procedure is terug te vinden in het schoolreglement dat je als ouder ondertekend hebt bij het begin van het schooljaar. Ze is gebonden aan strikte termijnen, zodat je heel snel moet reageren.

Stap 1: de ouder (of de meerderjarige leerling) heeft uiterlijk drie werkdagen, vanaf de bekendmaking van de uitslag, om de beslissing te betwisten.

Stap 2: als na het persoonlijk onderhoud of na de nieuwe samenkomst van de delibererende klassenraad de betwisting blijft bestaan, dan moet je uiterlijk binnen de drie werkdagen na het gesprek of na de betekening van de beslissing van de delibererende klassenraad - aangetekend (!) - beroep instellen bij de beroepscommissie.

De concrete gegevens over de beroepscommissie staan in het schoolreglement van je kind. De beroepscommissie is geen commissie die permanent bestaat. Ze wordt opgericht op het moment dat er beroep wordt aangetekend. De beroepscommissie kan tot twee conclusies komen:

• Er moet geen herdeliberatie plaatsvinden (-> je kunt overgaan naar stap 3 in de procedure)
  
• Een herdeliberatie kan leiden tot een nieuwe beslissing of tot dezelfde beslissing (-> als de beslissing dezelfde is, kan je overgaan tot stap 3 in de procedure)

Stap 3: als deze administratieve beroepsprocedure is doorlopen en de betwisting blijft nog bestaan, dan kan je nog terecht bij de Raad van State.
Je hebt hiervoor een advocaat nodig, waardoor deze stap in de procedure heel duur kan uitvallen. Bovendien kan de Raad van State zelf niets beslissen over het attest van uw kind. De Raad van State kan alleen beslissen dat uw klacht gegrond is en de klassenraad verplichten opnieuw te delibereren. Als je gelijk krijgt van de Raad van State, krijg je alleen maar gedaan dat dezelfde klassenraad nog een keer zal delibereren. Als vorige (her)deliberaties niets in je voordeel hebben veranderd is het weinig waarschijnlijk dat dat nu wel zal gebeuren.