Hoe makkelijk een dief zijn slag kan slaan: ex-inbreker "test" woningen in Genk
vr 29 nov. - 5:49
Evert Jansen pleegde 18 jaar lang woninginbraken om zijn heroïne- en cocaïneverslaving te betalen. Hij is al 10 jaar clean en geeft nu presentaties over diefstalpreventie. Zoals hij zelf zegt, om iets terug te doen voor de maatschappij.
Hoe staat het met de veiligheid in de wijk Hengelhoef in Genk?
De preventieactie met de ex-inbreker vond vooral plaats in de buurt van de Hengelhoestraat. Jansen ging er op een namiddag enkele uren rondlopen. Hij bekeek woningen, merkte op waar detectoren hingen, verlichting met sensoren, camerabewaking, alarminstallaties, honden. Hij zag poorten open staan, keurde deuren en ramen. Hij zag sleutels op een voordeur, mensen weglopen zonder hun huis goed af te sluiten... Op straat stond een lid van het plaatselijke buurtpreventienetwerk dat met hem onder één hoedje speelde.
Confronterend: "Wie heeft de politie gebeld? Niemand!"
Op een vergadering van het buurtpreventienetwerk stelde Jansen zijn bevindingen voor aan de nietsvermoedende bewoners. Het was bijzonder confronterend. De man had enkele uren in hun buurt kunnen rondlopen zonder dat iemand hem had opgemerkt. Jansen was nochtans achterom gelopen, had bewoners in hun tuin gefotografeerd, achterdeuren geopend en blaffende honden gesust. Hij klom op een schutting om in te schatten hoe makkelijk hij over een dak naar binnen zou kunnen glippen. Hij deed het niet echt.
"Wie heeft mij gezien en wie heeft de politie gebeld?", vroeg Jansen aan het wat ietwat ongemakkelijke gezelschap van buurtbewoners. "Het aantal meldingen bij de politie: nul". En daar ligt volgens hem een grote fout. "We zijn er als de kippen bij om na een inbraak te zeggen dat de politie haar werk niet goed gedaan heeft. Ze hadden die dieven moeten klissen, ze liepen hier al een tijdje rond. Ik heb ze vanmiddag gezien, durven mensen te zeggen. Terwijl ze gewoon zèlf een melding bij de politie hadden moeten maken, dan was het misschien niet gebeurd."
Wie is Evert Jansen?
“Een lieverdje was ik niet”, zegt Evert over zichzelf als hij denkt aan zijn jaren als inbreker. “Als ik een huis trof met een goede buit, was ik even een rijk man. Maar vandaag ben ik rijk door wat ik kan doen voor de samenleving. Ik kan wat terugdoen.” Door zijn verslaving aan heroïne en cocaïne had hij continu geld nodig, en dat lag voor het grijpen in de huizen. “In die 18 jaar ben ik ook veroordeeld en heb ik 4 jaar in de gevangenis gezeten, maar daar geraak je allerminst van je verslaving af en ik heb er alleen maar nieuwe technieken geleerd om aan geld te geraken voor als ik weer vrij kwam.”
De man uit Groningen heeft zijn zelfrespect en trots hervonden door zelf de stap naar therapie te zetten. Ook al moest hij daarvoor een half jaar op een wachtlijst staan. “In dat jaar therapie besefte ik hoe groot het leed was dat ik de mensen had aangedaan bij wie ik had ingebroken. Je gooit alle persoonlijke spullen en kleren van de mensen door mekaar, je dringt hun privéwereld binnen en zet die op zijn kop. Nu wil ik hen vertellen wat ze moeten doen om dat te vermijden. Preventieve maatregelen is één ding, en de politie op tijd vertellen dat er iets verdachts in hun buurt gebeurt is zeker zo belangrijk.”
Buurtpreventienetwerken
Burgemeester Wim Dries (CD&V) ondersteunt het betoog van Jansen. De politie vraagt om signalen te krijgen uit de wijken. "Als er een verdachte auto in je buurt rondtoert, als je voelt dat er iets niet in de haak zit, een man of een vrouw loopt foto’s van de huizen in je straat te maken... noteer de nummerplaat, geef een beschrijving en meld het aan de politie op 101. Alleen zo kan de politie effectief optreden en inbraken voorkomen."
Het stadsbestuur van Genk moedigt inwoners ook aan om buurtpreventienetwerken op te richten waarbij ze mekaar én de politie op de hoogte houden van mogelijke inbrekers in hun straat. De stad heeft al 29 van zulke netwerken. Overigens, vijf jaar geleden was burgemeester Wim Dries met zijn gezin zelf slachtoffer van een woninginbraak.
Met de lange, donkere avonden neemt het aantal woninginbraken in deze tijd van het jaar weer wat toe. Ook al is dat aantal de afgelopen jaren in ons land aan het dalen, gemiddeld zijn elke week 1.000 Belgen het slachtoffer van een woninginbraak.