
radio2 wijs
Hoe omgaan met faalangst? Luisteraar Paul: "Ik dacht steeds, ga ik dit wel kunnen?"
vr 10 mrt. - 2:00

“Vaak zijn het de mensen die de lat heel hoog leggen voor zichzelf. De maatschappij is heel prestatiegericht en we worden gedwongen om het altijd beter te doen. Alles wordt met prijzen en medailles beloond”, vertelt Vermeersch
Wie zijn de mensen met faalangst?
Ik heb altijd faalangst gehad. Zeker met nieuwe dingen. Bij een live-prestatie bijvoorbeeld. Je hebt maar één kans, dus het moet goed gaan. Vroeger kon ik voor zo’n show weken op voorhand niet slapen. Ik heb mezelf geleerd dat ik het al zo vaak heb gedaan en als er toch iets misgaat, dat niet erg is.
Faalangst is heel eigen aan de mens. “Er zijn twee type mensen. De eerste heeft een actieve vorm van faalangst. Zij gaan extreem hard hun best doen, over hun grenzen gaan, enorm veel presteren. Het moet altijd beter en er is geen ruimte voor ontspanning.”
“Daarnaast heb je de mensen met een passieve vorm van faalangst. Zij gaan de angst uit de weg, stellen alles uit en omzeilen het probleem. Ook heb je de mensen met een combinatie van de twee. De ene moment gaat ze extreem hard hun best doen, het ander moment durven ze er niet aan te beginnen.”
Perfectionisten hebben ook last van faalangst. Ze stellen alles uit, omdat ze zo’n hoge eisen hebben voor zichzelf. Ze lijken soms lui, maar ze zitten eigenlijk geblokkeerd en durven niets te doen. Het is beter om er niet aan te beginnen, want het gaat toch niet goed zijn
“Het interessante is dat beide types heel hard hun best doen om geen angst te voelen en het willen vermijden. Ze proberen iets niet te voelen en doen dat gewoon op een andere manier. Vaak hebben deze mensen een fixed mindset: ik kan het of ik kan het niet, en als ik het nu niet kan, ga ik het nooit kunnen.”
Tijdens mijn studies had ik enorme faalangst. Ik omzeilde dat door me echt te smijten op de leerstof. Mijn ouders waren dan altijd content wanneer ik goede punten had. Dat stimuleerde mijn faalangst wel. Het moest altijd beter en beter
Faalangst bij kinderen vermijden
“Faalangst is zelden aangeboren. Het vormt zich tijdens het opgroeien. Baby’s en peuters willen graag gezien worden en ergens bijhoren. Ze zijn afhankelijk van anderen. Wanneer je als ouder heel hard beklemtoont wanneer er iets goed gebeurd, leer je je kind dat het enkel applaus verdient, wanneer hij iets goed uitvoert. Je leert hem eigenlijk dat je hard je best moet doen om graag gezien te worden. Zo wordt hij afhankelijk van de goedkeuring van anderen.”
“Het is heel belangrijk om tegen je kind te zeggen dat falen oké is. Maar je moet het ook laten zien. Als je je kind vertelt dat niet alles perfect in orde moet zijn, maar wanneer er bezoek komt je het hele huis begint op te ruimen, laat je het tegenovergestelde zien. Dan werkt het niet.”
“Je kind een applaus geven omdat het een mooie tekening heeft gemaakt, is prima. Maar even belangrijk, misschien nog belangrijker, is het 'proces'. Ga naast je kind zitten terwijl hij aan het tekenen is en stel hem vragen over de tekening: wat ben je aan het tekenen, hoe kom je daar op, waarom kies je deze kleur… Toon dus ook interesse tijdens het bereiken van een doel, niet enkel bij het resultaat.”
Je moet een groeimindset hebben. Fouten maken is een leerproces en je moet dat toelaten, als je dat niet doet, blokkeer je.
Kan je ervan af geraken?
“De eerste stap is om de signalen van faalangst te herkennen bij jezelf. Dit kunnen lichamelijke zaken zijn zoals spierspanning, buikpijn en kortademigheid. Maar het kan ook mentaal zjin: denk aan stress, piekeren, slaaptekort, zwart-witdenken,…”
Als kind had ik veel schrik om iets fout te doen en uitgelachen te worden. Ik voelde me minderwaardig. Mijn moeder heeft me geholpen om iets negatief om te toveren tot iets positiefs. Ik ben evenveel waard als een ander en falen hoort bij het leven. Dat neemt de prestatiedruk weg.
“Je moet eerst met je faalangst kunnen omgaan om er daarna misschien vanaf te geraken. Als je weet dat je in een moeilijke periode gaat komen, kan je erop anticiperen. Je kan via simpele technieken je lichaam rustig krijgen. Ons brein en lichaam zijn communicerende vaten. Als het lichaam rustig is, gaat het brein ook kalmeren. Ook omgekeerd: als je je rustige gedachten gelooft, gaat je lichaam ook in rustmodus gaan.”
“Die technieken moet je wel op voorhand inoefenen en dat moet je op de momenten doen dat je je goed en veilig voelt, want je leert ook niet rijden in Parijs. Dit kan bijvoorbeeld het oefenen van je buikademhaling zijn. Op een moment van stress, ademen we met onze borst en dat weegt nog zwaarder. Buikademhaling is een techniek om je lichaam tot rust te krijgen.”
“Wanneer je last hebt van negatieve gedachten, kan je je gedachten gaan onderzoeken. Ook dit moet je oefenen op een rustig moment. Zijn je gedachten te extreem, ben je aan het zwart-witdenken. Leer dat die gedachten opkomen, maar ook weer weggaan. Jij bent niet je gedachten, neem er afstand van en benoem het.”