
de inspecteur
Hoe vermijd ik een brievenbus vol verkiezingsdrukwerk?
ma 17 sep. - 6:30

Luisteraar Dirk heeft een sticker op z’n brievenbus waarop duidelijk staat ‘NEE aan regionale pers en NEE aan reclame’. En toch krijgt hij dezer dagen heel wat ongeadresseerd verkiezingsdrukwerk. Hij vraagt zich af of dat wel mag, en of er iets tegen te doen is.

Ongeadresseerde post
Ongeadresseerd verkiezingsdrukwerk is niet zomaar ongeadresseerd drukwerk. Volgens de OVAM, die de stickers tegen reclame en regionale pers voor op de brievenbus maakt, zijn er twee uitzonderingen op de regel van de ongeadresseerde poststukken: infomagazines van gemeenten en… verkiezingsdrukwerk. Die mogen in elke brievenbus gepost worden, ook die waar een NEE-NEE-sticker op hangt. Dat is zo vastgelegd door het Vlaamse Gewest.
Campagneteams mogen dus zonder probleem een folder van hun partij in elke brievenbus duwen. Postbodes van B-Post, die moeten dat zelfs doen. B-Post heeft in het beheerscontract namelijk als enige postoperator de opdracht gekregen om verkiezingsdrukwerk te bedelen. In de 40 dagen voor elke verkiezingsdag zijn postbodes daarom verplicht het verkiezingsdrukwerk van de verschillende partijen en kandidaten te verdelen in élke brievenbus – dus ook in die met een sticker. Politici mogen dat van de wet ook aan de helft van het normale tarief doen in die periode.
Kun je dan niets tegen ongeadresseerd verkiezingsdrukwerk beginnen als je het echt niet wil ontvangen? Neen. Zelfs als je een papier of sticker op je brievenbus zou hangen waarop je dat duidelijk maakt, dan nog zegt de wet dat het gepost moet worden. De overheid gaat er namelijk van uit dat je als stemgerechtigde moet geïnformeerd worden vóór de verkiezingen.
Geadresseerde post
Hoe zit het dan met politici die jou een brief sturen op naam? Een succesvolle techniek, want zo lijkt het alsof ze jou ook kennen (wat niet noodzakelijk zo is natuurlijk). Hoe komen ze eigenlijk aan jouw gegevens?
Elke partij krijgt in de aanloop naar de verkiezingen een lijst of cd-rom met alle mogelijke kiezers uit de kieskring. Die bevat heel wat gegevens: voornaam of voornamen, familienaam, geboortedatum, geslacht, hoofdverblijfplaats en rijksregisternummer. Voor niet-Belgische personen die als kiezer geregistreerd zijn, wordt op de lijst ook de nationaliteit vermeld. Een kandidaat kan dus een selectie doorvoeren en bijvoorbeeld enkel kiezers aanschrijven die voor de eerste keer gaan stemmen, of alleen senioren, of mensen uit een bepaalde deelgemeente…
Gelukkig is het wel zo dat de kiezerslijst de enige informatiebron is die kandidaten mogen aanboren. Ze mogen geen andere gegevens gebruiken, ook niet als die eerder al publiek zijn gemaakt, want dat gebeurde voor een ander doeleinde. Als er toch misbruik zou zijn, kan daar een klacht over ingediend worden bij de Privacy-commissie en dan eindigt de politicus misschien wel voor de rechter. Niet echt uitstekend voor z’n imago...
Als je zo’n geadresseerde brief niet wil ontvangen, is daar dan iets tegen te doen? Ja! Op zo’n brief moet altijd een contactadres staan, waar je kan protesteren. Dat moet schriftelijk, en je moet ook je identiteit bewijzen. Als een politicus zo’n brief krijgt is hij verplicht te laten weten dat er geen volgende brief zal komen.
Email en facebook
We leven intussen in 2012 – hoe zit het dan met de nieuwe communicatievormen? Bij email en facebook ligt het niet zo simpel. Een politicus mag die alleen voor propaganda gebruiken als de ontvanger daar eerst de toestemming voor gegeven heeft. In de praktijk is dat niet altijd makkelijk, en daarom heb je in zo’n boodschap meestal de mogelijkheid om je uit te schrijven (de zogenaamde ‘opt-out’).