Hoe weet je wanneer je mistlampen moet aansteken? VRT verkeersexpert Hajo Beeckman legt uit

Wat staat er in het verkeersreglement

Je hebt rode mistlichten achteraan op je auto en soms ook witte mistlichten vooraan. Die voorste mistlichten MAG je alleen gebruiken bij mist, sneeuwval of felle regen, maar dat is niet verplicht. Je achterste mistlichten MOET je gebruiken bij mist en sneeuwval als je minder dan 100 meter ver kan kijken én ook bij felle regen.

Waarom 100 meter?

"Die 100 meter was vroeger een goede afstand", zegt Hajo Beeckman. "Maar de sterkte en helderheid van de lichten is zo groot geworden dat het met minder ook zou kunnen. In Nederland is de regel bijvoorbeeld 50 meter."

Hoe schat je 100 meter in?

"100 meter schatten is heel moeilijk", zegt Hajo. "Je kan best de verlichtingspalen gebruiken. De oude, lagere palen staan op 30 tot 40 meter van elkaar. Als je dus de tweede paal niet ziet, steek je je rode achtermistlichten aan. De nieuwe, hoge palen staan op 70 meter, dan wordt het wat gokken. Je kan ook de onderbroken streep gebruiken om te schatten. Als je maar 10 streepjes ziet, moet je je mistlicht gebruiken. Maar die streepjes tellen is misschien toch niet zo veilig..."

Automatische koplampverlichting

De laatste tijd zorgt een sensor ervoor dat bij bijna alle automodellen de autolichten automatisch worden aangezet als het donker wordt. Maar dat is bij mist niet altijd het geval, waarschuwt automobielorganisatie VAB. “Die automatische inschakeling geldt vaak enkel voor de voorlichten, waardoor die achteraan niet branden. Daarom onze waarschuwing! Schakel bij mist altijd de dimlichten handmatig in, en controleer voor je vertrekt of ze ook echt aanstaan. Want belangrijker nog dan de mistlampen, is de basisverlichting: zonder word je totaal niet gezien.”

Extra tip!

Verkeersinstituut Vias raadt ook aan om het bestuurdersraam open te zetten,of toch tijdelijk. “Op die manier kan je beter checken hoe dik de mist is, en krijg je een beter zicht op de situatie. Het voorkomt meteen ook condens aan de ruiten. Kom je plots in een mistbank terecht? Trap dan niet hevig op het rempedaal, maar rem geleidelijk aan af. Zo vermijd je ook bruuske reacties bij achterliggers.”