Kim De Gelder wordt dan toch geïnterneerd
vr 24 mei - 9:05

De Gelder praat met de sneeuw of met zijn boterhammen.
Kim De Gelder hoort niet thuis in de gevangenis
Volgens de Kamer voor Bescherming van de Maatschappij (een afdeling van de rechtbank in Gent) hoort Kim De Gelder niet langer thuis in de gevangenis van Oudenaarde, maar in een psychiatrische omgeving, omdat hij op dit ogenblik niet toerekeningsvatbaar is. Het is de bedoeling dat hij daar aangepaste zorg krijgt. De Gelder zou opgenomen worden in de psychiatrische afdeling van de gevangenis in Gent. Als hij ooit zou genezen, keert hij terug naar de gevangenis om daar de rest van zijn levenslange straf uit te zitten. Geneest hij niet, dan blijft hij in een psychiatrische omgeving.
De gevangenisdirectie had twee jaar geleden gevraagd om hem te interneren. Daarop hebben vier deskundigen hem maandenlang geobserveerd. Volgens De Gelders advocaat Jaak Haentjens was hun conclusie unaniem: "Kim De Gelder is uitgesproken schizofreen. Hij heeft last van wanen en hallucinaties". Ook het parket verzette zich volgens Haentjens niet tegen de internering.
Toerekeningsvatbaar of niet
Kim De Gelder was 20 toen hij in januari 2009 het kinderdagverblijf Fabeltjesland in Dendermonde binnen stapte. Met een mes vermoordde hij er verzorgster Marita Blindeman en de baby’s Corneel en Leon, allebei nog geen jaar oud. Later bleek dat hij een week eerder al Elza Van Raemdonck had omgebracht in haar huis in Vrasene (Beveren-Waas). Op de dag van de steekpartij in Fabeltjesland werd De Gelder opgepakt.
Al vrij snel daarna begon de discussie over zijn toerekeningsvatbaarheid. De Gelders advocaat was ervan overtuigd dat Kim De Gelder ontoerekeningsvatbaar was. "Hij praat met de sneeuw of met zijn boterhammen", vertelde Haentjens in 2010, een jaar na de feiten. Op het assisenproces in 2013 vroeg de advocaat dan ook om De Gelder ontoerekeningsvatbaar te verklaren, en hem te laten interneren in de psychiatrie.
Ernstige geestesstoornis
De gerechtsdeskundigen die De Gelder onderzocht hadden, vijf psychiaters en psychologen, kwamen tot de conclusie dat de jonge man wel degelijk een ernstige geestesstoornis had, maar dat hij ook soms deed alsof hij een psychose had. Volgens hen wist De Gelder wel degelijk wat hij deed, en had hij zich kunnen beheersen, als hij dat had gewild. Deskundigen die door advocaat Haentjens werden aangesteld, kwamen tot een andere conclusie: volgens hen was De Gelder zo zwaar geestesziek dat hij ontoerekeningsvatbaar was.
Uiteindelijk besliste de assisenjury dat De Gelder wel degelijk toerekeningsvatbaar was, en veroordeelde ze hem tot levenslange opsluiting voor vier moorden en 25 moordpogingen, op andere verzorgsters, kinderen en buurtbewoners. Behalve het rapport van de deskundigen, speelde voor hen ook de grondige voorbereiding van De Gelders gruweldaden mee, net als de koelbloedige manier waarop hij toesloeg, het feit dat hij bij een andere crèche wegfietste omdat er mensen in de buurt waren, en het feit dat De Gelder zelf toegaf dat hij getwijfeld had. Allemaal elementen die volgens de jury bewezen dat De Gelder wist wat hij deed en deed wat hij wou.