Leven als hypochonder: "Ik ben al tien keer miraculeus genezen van kanker"
vr 26 jan. - 8:09

“Je denkt bij alles: ‘Er is iets ergs aan de hand.’ Dus bij alles wat ik voel, vraag ik onderzoeken tot in het oneindige”, getuigt Isa. Bart herkent zich in haar gedrag. “Als ik duizelig ben, denk ik meteen dat ik een hersentumor heb. Ik ben al tien keer miraculeus genezen van kanker.” Toch weet hij heel goed dat het geen hersentumor is, maar elke keer opnieuw denkt hij dat het deze keer wel prijs is. “Het zou maar een keer wel moeten zijn. Ik wil het niet meemaken dat ik ooit naar de dokter ga en ik na een onderzoek te horen krijg dat ik terminaal ben. Mijn grootste nachtmerrie is om er te laat bij te zijn”, vertelt Bart.
Vannacht heb ik tot twee uur ‘s nachts liggen surfen in de hoop te vinden welke ziekte ik heb.
Isa en Bart lijden allebei aan hypochondrie. Psychologe Flo Peeters krijgt geregeld hypochonders over de vloer in haar praktijk, maar wanneer ben je dat? “Als je merkt dat je veel levensvreugde, tijd en energie kwijt bent aan wachten op resultaten en daarnaast ook voortdurend op onderzoek gaat naar wat je hebt. Zelfs nadat de dokter je zegt dat alles in orde is, blijf je ongerust. Je denkt na over welke ziekte je hebt en stilaan beheerst de angst je leven en wordt je functioneren fel belemmerd. Dan spreken we over hypochondrie of ziekteangsten.”
"Hypochondrie is een soort dwang"
Isa weet heel goed dat het vooral de angst is die spreekt wanneer ze het internet afstruint naar mogelijke ziektes. “Momenteel wacht ik op het resultaat van een onderzoek, waardoor ik vannacht tot twee uur ‘s nachts heb liggen surfen in de hoop te vinden welke ziekte ik heb. Het is sterker dan mezelf.”
"Hypochondrie is een soort dwang”, stelt psychologe Flo Peeters. “Die dwang komt voort uit grote angsten die zeggen: ‘Nee, dit is wel degelijk iets anders dan vorige keer en het voelt ernstig.’ Het gebeurt ook dat ze ervan overtuigd zijn dat hun resultaten zijn omgewisseld of de onderzoeken niet kloppen. Op dat moment spreekt de angst en vragen ze om een nieuw onderzoek. Ze moeten voortdurend gerustgesteld worden”, legt de psychologe uit.
"Ik leef een uiterst risicoloos leven. Ik schuw alle risico’s”
Ze verklaart ook hoe het komt dat de ene vatbaarder is voor hypochondrie dan de ander: “Het zijn vooral mensen die gevoelig zijn voor angsten die sneller kampen met hypochondrie. Als iemand in je nabije omgeving een ernstige ziekte heeft moeten doorstaan of je bent zelf al ernstig ziek geweest, dan kan hypochondrie wel getriggerd worden. Zo loop je de kans daar ook zelf in vast te lopen. Dat ziet Bart ook terug in zijn eigen leven. “Ik leef een uiterst risicoloos leven. Ik schuw alle risico’s.”
Is er dan hoop voor mensen zoals Isa en Bart om hen van hun dwangmatige angsten te verlossen? Gelukkig wel. "In onze praktijk gaan we aan de slag met een gedragsexperiment”, vertelt psychologe Flo Peeters. “We noemen dat exposure oefeningen. We bouwen stapsgewijs die geruststellende gedragingen af. In het begin zorgt dat voor veel angst, want er is geen korte termijn geruststelling meer. Na een tijd merken ze dat hun angst nog wel aanwezig is, maar dat ze niet meer aan het rampscenario denken. Het is belangrijk het te herkennen bij jezelf, net zoals het leren verdragen van je angst en het vertrouwen op je lichaam."