Lokerse ooievaars "lui" door klimaatopwarming?

Al zo'n twintig jaar bouwen twee ooievaarskoppels elke lente een nest in Daknam, bij Lokeren. In de winter trekken de vogels weg naar warmer oorden. Maar, die reis wordt de voorbije jaren elk jaar korter. "Eerstejaarsvogels vliegen nog helemaal naar het zuiden, naar Noord-Afrika of Spanje, maar oudere vogels blijven gewoon hier in de buurt, in een straal van 50 kilometer. Ze weten dat het tijdens de winters minder hard vriest en dat er voldoende eten is. Ze zijn slim genoeg om de risicovolle reis niet langer te ondernemen. Er zijn immers heel wat obstakels onderweg zoals hoogspanningskabels. Dat laat zich ook merken. De helft van de jonge populatie die wel nog meedoet aan de wintertrek, komt onderweg om", zegt conservator Paul Durinck van het natuurgebied. 

Ooievaar is hier om te blijven 

De populatie ooievaars neemt de voorbije jaren dan ook toe in onze contreien. "Het klinkt misschien vreemd maar voor de ooievaar is de klimaatopwarming geen slechte zaak. De dieren doen het hier almaar beter, dat is duidelijk te merken. Tot twintig jaar geleden was een ooievaar nog een grote zeldzaamheid in Vlaanderen, als je de populaties van Planckendael en het Zwin niet meerekende. Nu zijn de dieren hier om te blijven. En dat is trouwens niet alleen hier zo, in Nederland zijn er tot 500 broedkoppels." Ook in Lokeren kwam er vorig jaar een nest bij, jammer genoeg stierf één van dieren toen bij een aanrijding. 

Slecht nieuws voor andere vogels

Een echte hoerastemming heerst er niet bij Durinck: "We zien dat sommige vogelsoorten moeten wegtrekken doordat het almaar warmer wordt. Het gaat dan om vogels die wel van de kou houden. Zij trekken almaar noordelijker en worden almaar zeldzamer."