Lokvogel of niet: hoe ver mogen supermarkten gaan in hun promo’s?

Heb jij al wel eens gehoord van lokvogelpraktijken? Klanten worden met promoties in reclamefolders naar de winkels gelokt, terwijl de promotieproducten daar onvoldoende in voorraad zijn. Het is daarbij de bedoeling dat de gelokte klanten niet met lege handen vertrekken, maar bij hun bezoek andere producten kopen.

Dat is niet alleen frustrerend voor consumenten, het is ook verboden. Er zijn namelijk regels waar supermarkten zich aan moeten houden als ze een promo willen aanbieden.

Goede prijsaanduiding

Eerst en vooral moet de promotie van een product duidelijk zijn. De supermarkt moet het prijsverschil met de oorspronkelijke prijs goed aanduiden.

Als er maar een beperkte voorraad van het product is, dan mag de handelaar dat ook aanduiden in de folder. Bijvoorbeeld, zijn er maar 150 stuks van een keukenrobot in promotie, dan zet je dat als winkel er best bij. Zo communiceer je duidelijk aan de klant dat het om een beperkt aantal gaat. Het moet wel om het juiste aantal stuks gaan, uiteraard.

Voldoende voorraad

Als het inderdaad om een beperkte voorraad gaat, dan is er nog een voorwaarde aan verbonden om geen lokvogelpraktijk te zijn: het moet gaan om een redelijk aantal. Bijvoorbeeld, heb je als supermarktketen maar drie stuks aan te bieden voor heel Vlaanderen, dan kan je spreken van onvoldoende voorraad die niet in verhouding is met de promotie die ervoor gemaakt wordt. “Een supermarkt moet namelijk kunnen inschatten hoeveel van zijn klanten op die aanbieding zouden kunnen ingaan.”

Genoeg voorraad vs einde reeks

“Er is wel een ‘maar’: er kan geen voldoende voorraad ter beschikking gesteld worden als het gaat om een aanbieding van einde reeksen of einde productie.” Staat dat erbij in een promotie, bijvoorbeeld, voor televisietoestellen, dan is de winkel in zijn recht.

Rechten als klant

“Stel dat je je de ochtend vroeg na het verschijnen van de promofolder, naar de winkel rept en het artikel in promotie is al op en ook niet meer beschikbaar in een andere winkel, dan kan je klacht indienen bij het federale meldpunt.”  Het zou dan kunnen gaan om lokvogelpraktijken: zulke oneerlijke handelspraktijken zijn bij wet verboden. Handelaars kunnen daar zware boetes voor krijgen.

De Federale Overheidsdienst Economie onderzoekt je case en kan beslissen een onderzoek te openen waarbij ze dat eventueel doorsturen naar het parket. Elke melding waarbij een vermoeden is van lokvogelpraktijken wordt geval per geval geanalyseerd. Maar het is uiteindelijk de rechter die daarover een uitspraak doet.

Voucher bij minimumwaarde van 25 euro

Als er sprake is van oneerlijke praktijken, dan heb je als klant recht op een vergoeding of waardebon ter waarde van het product in promotie waarmee je een gelijkwaardig alternatief kan aanschaffen.

Lien Meurisse maakt hier nog een kanttekening bij: “Je kan enkel spreken van lokvogelpraktijken als er onvoldoende voorraad is van bij het begin. Het is perfect mogelijk dat goede aanbiedingen met voldoende voorraad in de namiddag al uitverkocht zijn.” Dus dan heb je geen recht op een voucher.

Nog een voorwaarde om recht te hebben op zo een bon, is dat de minimumwaarde van het product 25 euro moet zijn. “Dus als er bijvoorbeeld geen gevulde pasta meer is, of een pakje salami, bij je plaatselijke supermarkt, dan kan je dat niet eisen.” Op = op, in dit geval.