
radio2 wijs
Mag je je kinderen of kleinkinderen zeggen dat ze zijn bijgekomen? "Ik ging door die opmerkingen nog meer eten"
wo 1 feb. - 9:47

“Sinds mijn tienertijd krijg ik al te horen dat ik dik ben”, vertelt luisteraar Eva. “Wilde ik een jeansvestje, dan kreeg ik dat niet. Mijn zus wel want die was mager. En tijdens het eten zag ik mijn tafelgenoten denken: ‘Gaat ze nu nog een lepel puree bijnemen?’”
De commentaren maakten Eva onzeker maar ook opstandig. “Ik begon meer te eten en deed het stiekem. Als een soort tegenreactie, maar ook om mezelf te troosten. Ik gaf mezelf letterlijk een extra laag.”
Laag zelfbeeld
Eva’s zelfbeeld leed erg onder de opmerkingen over haar gewicht, maar ze zorgden niet voor een radicaal andere levensstijl. Ook het besef dat haar gezondheid eronder leed, deed Eva weinig. “Rationeel wist ik dat ik moest afvallen. Ik had pijn in mijn heupen en knieën. Maar gezondheid was voor mij geen reden om af te vallen. Ik had een andere trigger nodig.”
Die trigger bleek een foto te zijn. “Ik maak regelmatig fotoalbums van onze vakanties. En ik merkte dat ik mezelf meer en meer begon weg te knippen. Dat was voor mij de druppel. Toen ben ik beginnen afvallen.”
Nu krijg ik complimentjes omdat ik afgevallen ben, maar wat als ik straks weer bijkom?
Onzekerheid blijft
Eva kende periodes van groot gewichtsverlies maar ook van gewichtstoename. “Ik ben een jojo geworden. Er zijn periodes van plus 20 kg maar ook van min 30 kg. Op dit moment ben ik een pak magerder dan vroeger. Mijn bolle wangen zijn weg waardoor ik mezelf niet herken in de spiegel. Dat voelt vreemd.”
“Was die maat meer zo erg? Mensen zien mij nu en geven complimentjes. Nu ben ik dus goed genoeg, maar wat als ik straks weer bijkom? Al die commentaren over mijn figuur hebben mij geen goed gedaan. Ze hadden er beter over gezwegen. En zeker als het over kinderen gaat, moeten ouders oppassen dat ze hun zoon of dochter niet richting een eetstoornis duwen."
Hoe reageren?
Volgens klinisch psychologe An Vandeputte van het Kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen moeten we niet zo hard focussen op dat gewicht. “Gewicht alleen zegt op zich weinig. Of iemand gezond is of niet hangt af van meerdere factoren. Sommige mensen leven heel gezond en zijn toch struis gebouwd. Anderen zijn mager maar hebben een ongezonde levensstijl.”
Het heeft dus volgens An weinig nut om commentaar te geven op het lichaamsgewicht van je kind of kleinkind. “Je kind is in volle ontwikkeling en zijn lichaam verandert sterk. Daar heb je an sich weinig invloed op. Opmerkingen over het gewicht liggen heel gevoelig en kunnen voor extra problemen zorgen. Ik denk maar aan eetstoornissen.”
Het hoeft niet aan de boterhammen met choco te liggen. Misschien is er een medisch probleem.
Wat kan je dan wel doen? “Een gezonde levensstijl aanmoedigen die niet gefocust is op calorieën, maar op goede eetvaardigheden, beweeggewoontes en slaapgewoontes. Leer je kind om zorgzaam te zijn voor zijn eigen lichaam.”
En wat als je denkt hulp nodig te hebben? “Dan is de huisarts of de kinderarts je eerste aanspreekpunt. Hij kan een grondige analyse maken van de gezondheid van je kind. Het overgewicht moet niet aan te veel boterhammen met choco liggen. Misschien is er een onderliggend medisch probleem. Je huisarts zal dan oordelen of de hulp van een meer gespecialiseerd team aangewezen is. En los daarvan moeten we vooral dat slankheidsideaal aanpakken. Hoe magerder, hoe beter? Nee dus. Echte schoonheid zit vanbinnen.”